Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juli 2025
Het onuitgesproken: "wie ben jy?" heeft by zulke gelegenheden den rang van stilzwygende oorlogsverklaring. By kinderen is dit verschynsel dagelyks waartenemen, en ik geloof dat het aan weinigen onbekend is. Om 't optemerken by de mensch-exemplaren die in de aardrykskundige schoolboekjes uitdrukkelyk "wilden" genaamd worden, zou de Europeaan op-reis moeten gaan.
Zeg, Eugène, vind jy 't niet wat indiskreet van Calbb, zoo altyd met de britschka van papa... Vóór Wouter Eugène's meening over dit diepzinnig vraagstuk te weten kwam, was-i reeds lang op weg naar den huize Calbb.
Goed, goed, noem jy me gerust by m'n naam. Ik geef er niets om, want groots ben ik niet, als je me maar zeggen wilt of je dood bent! Och, och, och, Maria-Josef, hy is dood! Als Femke maar hier was! Daar trilde iets in den zevenslaper: Femke! Was zy 't? Femke? Was 't niet Sietske? Sietske ben ik, zei... Vrouw Claus. Deze vreemde mededeeling was de moeite van 't oog-opslaan waard!
Nu, ik kon dat zo niet vragen: hei, hoor eens hier! jy, met die groene rok daar, wie ben je? Nog geen half kwartier daar aan, of daar komt myn oude kennis, myn beste Willis. Ik stond op, en gaf hem, op zyn vaderlands, de hand. Welkom, myn jongen, zei ik: kom, zit aan, en eet wat met my; en ik vroeg hem duizend vragen te gelyk.
Jy hebt niks te maken met Wouter ... je kunt heengaan ... ik zeg je nu dat je heen gaat ... ik houd niet van volk aan de deur ... Om-godswil, jufvrouw! riep 't meisje, en wrong de handen. De meid is mal! Duw 'r de deur uit, Trui, en gooi die toe ... Truitje begon dit bevel uittevoeren. Myntje en Pietje maakten zich gereed haar bytestaan, maar 't moedig kind hield vol.
Maar ... zoo lang je nu nog geen zakboekje hebt, moet je maar ... alles onthouden wat ik je gezegd heb. Ga nu maar eerst die boodschappen doen. Dan kan ik je de anderen later zeggen. Want ... als ik je te veel tegelyk opgeef, zou je ze maar vergeten wat zeg jy, Eugène? omdat je geen zakboekje hebt, weetje? Oef! Wouter deed z'n boodschappen zoo goed mogelyk, en zeker allerbeleefdst.
Maar anders moest ik niet binnengaan... om je naaktheid, zieje! Hy was ook naakt... Wie toch? Prins Erik. Wil je die geschiedenis hooren? vroeg ze. Neen, neen, dankje wel! En geef me 't mutsje maar, en ga nu maar heen. Hy strekte de hand naar de muts uit, maar ze trok die snel terug. Ben jy 't jongetje dat van 't paard is gevallen? Wel zeker! Geef op, de muts!
Had hy niet den ganschen nacht doorgebracht met lezen in 't archief, en was er niet reeds te veel door zyn ziel gegaan, dat in-verband stond met Lebak, dan dat hy zoo terstond weten kon dat hy eerst sedert gisteren dáár was? Tine begreep dit wel: zy begreep hem altyd! Ach ja, dat is waar, zeide hy. Maar toch moet je eens wat van Liebig lezen. Verbrugge, heb jy veel gelezen van Liebig?
En zeg jyzelf nu eens, Stoffel, of men van zoo'n kind vergen kan dat-i alles precies onthoudt, wat de dominee gezegd heeft? Dat kan ikzelf niet. En jy ook niet. En de meester ook niet. En ik zeg dat geen mensch dit kan. En dit dan te verlangen van zoo'n kind! Ze doet het maar om den profester te spelen ... dáárom doet ze 't!
Ik wacht liever op den ouwe, zei 'n blinde. Houd jy je mond, je mag er niet eens wezen, je bent 'n dinsdagger. Wat gaat dat jou aan? Jyzelf mag je mond wel houden, je hebt verleden by 't uitgaan van de Jakobskerk drie gestaan, en je bent maar zeven. Né, zes nou, want de ouwe Jonas is dood. Maar jy bent 'n dinsdagger. Ga heen, zeg ik je! Je hebt op drie gestaan. Jy bent 'n dinsdagger, ga heen!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek