Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 mei 2025
Mynheer, ik zeide tot den Kliwon ... Tine schoof by: er werd over kleinen Max gesproken. Mynheer, ik zeide tot den Kliwon dat de Sienjo een koningskind was. D
Toen myn verhaaltjen uit was, vroeg ik: "En jy, Oepi, wat zou jy kiezen, als een engel uit den hemel je kwam vragen wat je begeerde?" "Voorzeker, mynheer, ik zou hem bidden my meetenemen naar den hemel." Is dat niet beeldig? vroeg Tine aan haar gasten, die 't misschien heel gek vonden ... Havelaar stond op, en vaagde iets weg van het voorhoofd. Beste Max, zei Tine, ons dessert is zoo schraal.
Zoo-iets zal niet voorkomen niet waar, m'nheer de Adhipatti? O neen, mynheer de adsistent-resident, zoo-iets zal niet voorkomen in Lebak. Welnu dan, myne heeren Hoofden van Bantan-Kidoel, laat ons verheugd zyn dat onze Afdeeling zoo verachterd en zoo arm is. Wy hebben iets schoons te doen. Als Allah ons in 't leven spaart, zullen wy zorg dragen dat er welvaart kome.
Ik wist wel dat je er weer een zwarten streep over halen zou, zei Tine verdrietig. Kan ik 't helpen? Ik had ze liever dood zien vallen! Mag zulk een meisje zich profaneeren? Maar, mynheer Havelaar, vroeg Verbrugge, als ze nu eens verkouwen is? Wèl, ze moest niet verkouwen zyn met zulk een neus! Ja, maar ...
Ik zie nog niets van den kant van Pandeglang, mynheer de kontroleur, maar daar-ginds aan de andere zyde rydt iemand te-paard ... het is de toewan kommendaan. Welzeker, Dongso, zei Verbrugge naar buiten starende, dat is de kommandant! Hy jaagt in deze buurt, en is vanmorgen vroeg reeds uitgegaan. Hé, Duclari ... Duclari! Hy hoort u al, mynheer, hy komt hierheen.
Ook Verbrugge stond op 't punt het erf te verlaten, doch keerde met den Djaksa terug. Tine, ik wil madera drinken, Verbrugge ook. Djaksa, laat hooren, wat hebt ge toch aan den Kliwon over myn kleinen jongen gezegd? Mintah ampong mynheer de adsistent-resident, ik bezag zyn hoofd omdat mynheer gesproken had. Wat drommel heeft zyn hoofd daarmee te maken. Ik weet zelf al niet meer wat ik gezegd heb.
Heb ik niet gezegd dat er eene verrassing wezen zou, riep jufvrouw Laps. Lees jy nu maar op, Klaas! Er zyn er zeventig, mynheer ... zeventig weduwen! Lees nu maar op, jongen!
Havelaar moet nagenoeg aldus gesproken hebben: Mynheer de Radhen Adhipatti, Regent van Bantan-Kidoel, en gy, Radhens Dhemang die Hoofden zyt der distrikten in deze Afdeeling, en gy, Radhen Djaksa die de justitie tot uw ambt hebt, en ook gy, Radhen Kliwon die gezag voert op de hoofdplaats, en gy Radhens, Mantries, en allen die Hoofden zyt in de afdeeling Bantan-Kidoel, ik groet u!
Met deftige minzaamheid berispte hy hem over zyn te vurigen dienstyver, die in zùlk een weder hem tot aan de grenzen zyner afdeeling gevoerd had, 'tgeen dan ook de Regent, strikt genomen volgens de regelen der etikette, niet had behoeven te doen. Waarlyk, mynheer de Adhipatti, ik ben boos op u dat ge u zooveel moeite gegeven hebt om-mynentwil! Ik dacht u eerst te Rangkas-Betoeng aantetreffen.
Als ik roem, mynheer, dan roem ik in den Heere. Maar ik zeg dat het mooi is. De dichter Klaas maakte z'n mondje klein, alsof-i met z'n lippen te drinken gaf aan een vogeltje. Hy sloeg de oogen neèr, en speelde met den ondersten knoop van z'n vest. Z'n heele gezicht stond naar verzemakery.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek