Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 juni 2025


"Als zij dan dood toch maar geloopen hadden," zei Veervlug, niet zonder dit gezegde nog al aardig te vinden. "Nu, die is goed, Jan!" zei Torteltak; "maar het stoof verduiveld in die menschendoos." "Dat komt," zei Joachim, "omdat het zeer warm geweest is en in geen vier dagen geregend heeft." Deze opmerking van Polsbroekerwoud was zeer juist.

"Je doet me schrikken, neef Joachim! en weet je wel, dat je dan een Duitsche deern in je Rotterdamsche huis krijgt?" "Ja," zei Pols; "maar zij zal zich best bij ons kunnen schikken, en ge zult zien, zij zal u uitmuntend bevallen." "En was het dat, dat je me zeggen woudt?" zei nicht, hem sterk aanziende. "Truitje... ik dacht, dat je me iets hadt meê te deelen."

Ziethier nog eene andere verklaring voor de Arnhemsche schepenbank van veel later, 1542. Zekere Helmert Hartgerff en Arend woonden samen in de herberg »de Papegey«. Op een avond was de zoon van Arent, met name Joachim, thuis gekomen, zwaar zuchtende. Waarop Helmert hem gevraagd had, of hij gewond was, of iemand gewond had, of misschien iemand getrouwd had?

Joachim Polsbroekerwoud danste voor de eerstemaal van zijn leven, en wel in eene boerenherberg te Ohlsbach. Eén ding had onze goede vriend vooruit boven de andere heeren, die uit de diligence gekomen waren: een boerenvolksdans uit het Schwartzwald was hem niet vreemder, dan een wals of eene galoppade.

Zou er in de stad plaats te krijgen zijn? Deze menschen, zeide de deurwachter, op een groepje wijzend, hebben allen in de stad een onderkomen gezocht, maar tevergeefs. Jozef dacht een oogenblik na en zeide: Zij is zoo teer; als zij den nacht onder den blooten hemel moet doorbrengen, zal de kou haar dooden. Misschien hebt gij hare ouders nog gekend: Joachim en Anna.

Deze waren de personen, die vergezeld van koffers, valiezen en ransels, zich op de stoep bij den Heer Joachim Polsbroekerwoud bevonden, en, na door Mijntje te zijn opengedaan, niet zonder gedruisch te trappen opstoven. "Dag, Pols! Dag, Pols! Dag, Joachim!" klonk het uit vier monden te gelijk.

Zijn vader schonk den leerzamen jongeling bij zulke gelegenheden menig solied boekwerk: Van der Aa, Geschiedenis van den Oorlog; Kok, Vaderlandsch Woordenboek, of dergelijken. Zijne moeder liet altijd een kolossalen tulband bakken; want ook de feesten werden deftiger, en Joachim wist zich reeds heel goed als held van de partij te houden.

P.S. Mijne vrouw wil, voor ik deze sluit, ook nog een woordje bijvoegen. "Waarde Neef Joachim!" "Uwe zult wel hebben staan te kijken, toen mijn man het u schreef, van Mijntje. Ik kan uwe dan ook wel zeggen, ik er geheel kapot van ben geweest, zoo zelfs, de meester mij een drankje heeft voorgeschreven.

Maar Joachim had nog altoos geen adem genoeg, om heldenstukken te kunnen verrichten, en Floris Geurtsz meende van het oogenblik gebruik te moeten maken om de zaak te sussen. Hij zette zijn roer in een hoek van de kamer neder, en gebood Marten het zijne wederom aan den wand op te hangen.

Jan Veervlug was, behalve Joachim Polsbroekerwoud, de oudste van het reisgezelschap. Hij was evenwel niet zulk een bedaard en bezadigd jongeling als deze, maar zeer opgewonden en vurig. Ontvankelijk voor den indruk van ieder oogenblik, uitte hij zich terstond, en was daarom niet altijd consequent; maar hij wist dit, en maakte daarop ook geen aanspraak.

Woord Van De Dag

schapenhoedster

Anderen Op Zoek