Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 november 2025


Men vermoedt dat hij onder de palen aan den kant van 't Arsenaal is geraakt. Deze man stond in 't gevangenisregister onder No. 9430 en heette Jean Valjean." Montfermeil ligt tusschen Livry en Chelles op den zuidelijken zoom van het hooge bergplat, dat de Ourque van de Marne scheidt.

Uit het diepst van onzen geest komt soms, zelfs zonder dat wij het weten, een werktuiglijke beweging. 't Was waarschijnlijk onder den indruk van zulk een beweging, waarvan hij zich nauwelijks bewust was, dat Jean Valjean vijf minuten later zich op de straat bevond. Hij zat blootshoofds op den straatpaal voor de deur van zijn huis en scheen te luisteren. 't Was geheel donker geworden.

"Welnu," hernam Marius, "dan zou ik ze geven om dien man weder te vinden." Jean Valjean zweeg. De nacht van den 16 op den 17 Februari 1833 was een gezegende nacht. Boven zijn duisternis had hij den open hemel. 't Was de bruiloftsnacht van Marius en Cosette. 't Was een heerlijke dag geweest.

Het riool was stellig de medeplichtige van een geheime bende. Dit zwijgende hek was een dievenheler. Thénardier opende het hek niet wijder dan noodig was om Jean Valjean door te laten, sloot het hek weder, draaide tweemalen den sleutel om, en verdween opnieuw in de duisternis, zonder meer gerucht dan een ademtocht te maken. Hij scheen op de fluweelen klauwen van den tijger te gaan.

Zal ik 'm nou leere ... kost mijn ommers niks. Maar één ding neem 'k 'm kwalijk: die jonge bidt!... Tòch gaf 'k 'm me jas en me vest! Wie doet dat? Ik, Jean Charles Racier ... as atheïst!... En vannacht ben 'k van die cente uitgeweest ... daar zien 'k zoo bleek van ..." "Van de centen van mijn pak ... als atheïst zijnde!" Racier schrok schuw in elkaar. "Dáár heb 'k 'n steek late valle.

Bovendien begon Jean Valjean schemerend te gevoelen, dat men hem allengs trachtte te verwijderen. Den volgenden dag, toen hij de benedenkamer binnentrad, ontroerde hij. De armstoelen waren verdwenen. Er was zelfs geen stoel meer. "O!" riep Cosette binnentredend, "geen armstoelen! Waar zijn toch de stoelen?" "Zij zijn er niet meer," antwoordde Jean Valjean. "Dat is raar!"

In welken gedachtenkring Marius zich draaide, immer kwam hij tot een zekeren afschuw voor Jean Valjean terug. Een misschien heiligen afschuw; wij hebben het immers aangewezen, dat hij in dien man een zeker quid divinum, iets goddelijks, gevoelde.

De geweldige jager, die toen over Chimay regeerde, Jean de Croy, ontzag zich niet, naar het schijnt, om met zijne honden te gaan jagen in de bosschen van Couvin en zich alzoo meester te maken van wild, waarop hij geen recht had.

De man en het kind zwelgden in die avontuurlijke wereld, vergaten de huisbakken werkelijkheid. De nacht verging, de eerste zwaluw kondigde cirkelend den dageraad aan eer de vader, uit den roes van romantiek ontwakend, beschaamd fluisterde: "ik ben nog grooter kind dan jij." Jean Jacques was toen zeven jaar oud.

Hij herinnerde zich, dat Jean Valjean hem luide had doen lachen, toen hij drie dagen uitstel verzocht om het kind van dat schepsel te gaan halen. Hij herinnerde zich, dat Jean Valjean te Parijs aangehouden was, juist toen hij in den wagen naar Montfermeil steeg.

Woord Van De Dag

kei

Anderen Op Zoek