Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juli 2025


"Uit een geschiedkundig oogpunt hadden de oproeren gewis hun schoone zijde; de straatoorlog is niet minder grootsch en pathetisch dan de oorlog in de bosschen; deze heeft de ziel der wouden, gene het hart der steden, de eene heeft Jean Chouan, de andere Jeanne.

Hij sloeg de hand aan den knop, de deur opende zich ten halve, Jean Valjean kon er doorgaan, maar stond een oogenblik stil, sloot ze weder en keerde tot Marius terug. Hij was niet meer bleek, maar lijkkleurig. Er waren geen tranen meer in zijn oogen, maar er brandde een sombere vlam in. Zijn stem was weder wonderbaar kalm geworden.

Daarbij ontbreekt het niet aan aanhalingen uit Jean de Bloch's uitnemend werk: "De toekomst van den oorlog in zijn technische, economische en politieke gevolgen". Het werk is in vele talen verschenen, zoover ik mij herinneren kan, niet in het Hollandsch. Dat is jammer, want het bevat beschouwingen die ook voor ons land groote waarde hebben.

Des avonds kwam Jean Valjean op het gewone uur in de straat des Filles du Calvaire. "Mevrouw is met mijnheer uitgegaan, en nog niet te huis gekomen," zei Basque. Hij zette zich zwijgend en wachtte een uur. Cosette kwam niet. Hij boog het hoofd en ging heen.

Dit was zijn geheim; 't geen hij om drie redenen bewaarde: vooreerst, wijl het minste gerucht Jean Valjean opmerkzaam kon maken; ten tweede, wijl het vatten van een ouden gevluchten galeislaaf, dien men dood waande, van een veroordeelde, wien de gerechtsstukken vroeger onder de "gevaarlijkste soort van boosdoeners" genoemd hadden, een schitterende zegepraal zou zijn, welke de oudgedienden der Parijsche politie zekerlijk een nieuweling, als Javert, niet zouden gunnen, en hij daarom vreesde dat men hem zijn galeislaaf zou ontnemen; eindelijk, wijl Javert, als kunstenaar, het onverwachte beminde.

Middelerwijl was Ney overgegaan tot een aanval op Mont Saint Jean, niet in de gewone formatie: één bataljon gedeployeerd om te vuren en op elken vleugel een gesloten bataljon om de cavalerie af te weren, doch in een nieuwe.

Zij is niet hooger dan vier voet. De man is stevig gekneveld. Men zal hem daarheen voeren en fusilleeren." Op dit oogenblik was iemand nog koelbloediger dan Enjolras; dit was Javert. Thans verscheen Jean Valjean. Hij bevond zich in de groep der opstandelingen, trad te voorschijn en zeide tot Enjolras: "Zijt gij de kommandant?" "Ja." "Gij hebt mij zoo aanstonds bedankt." "In naam der republiek.

Jean Valjean overwoog, dat de rooster, door hem onder de straatsteenen ontdekt, ook door de soldaten kon worden ontdekt, en dat alles van dit toeval afhing. Ook zij konden in den put afdalen en hem doorzoeken. Er was geen minuut te verliezen.

Gesch. en Oudhk. X p. 308. Deschamps, IX p. 111-114. Jean de Stavelot, Chronique, ed. Pierre de Fenin, p. 607; Journal d'un bourgeois, p. 9.

Afgemeten en langzame voetstappen dreunden eenigen tijd door het riool, maar stierven allengs in de verte weg; de groep der zwarte gestalten verwijderde zich, een huiverend licht vormde in 't gewelf een rooden kring, die allengs kleiner werd en eindelijk verdween; de diepste stilte keerde terug en de duisternis werd volkomen; blindheid en doofheid heerschten weder op deze plaats, en Jean Valjean, die zich niet durfde verroeren, bleef een geruimen tijd met luisterend oor en starenden blik, de verdwijning dezer schimmen-patrouille naoogende, tegen den muur aangedrongen staan.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek