Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
Op 't laatst wordt donna Micaela ongeduldig. Zij grijpt haar bij den arm en schudt dien. "Maar donna Elisa, donna Elisa." Donna Elisa hoort haar niet; ze jammert maar steeds. "Wat zal ik doen, wat zal ik doen?" "Maar maak dan de arme vrouw, die hier ligt, tot de echtgenoote van uw zoon, donna Elisa!" Donna Elisa ziet op en aanschouwt een bekoorlijk stralend gelaat!
Zij komt ver weg, zoo ver weg, dat ze nooit iets van een predikant van Broby gehoord heeft. Nu ratelt de koets den heuvel op en nu ziet zij de pastorie boven op den top liggen. "Om Godswil," jammert een bedelaar aan den kant van den weg, "geef een arm man een penning." De voorname dame geeft hem een zilverstuk en vraagt of de pastorie van Broby hier dicht bij is.
Zie, daar bedekt ook zij met de beide handen het aangezicht, en jammert: "O God! o God!" en ze stoot den kleinen jongen van zich af, die onschuldig vraagt: "Of vader haast weerkomt?"
"Maar ik heb als kind toch niet gesnoept", jammert Moeder voort. "Misschien herinner je je het niet meer." "O vast niet, ik werd er zelfs om geprezen." "Zie je wel, dat het niet snoepen bij een klein kind als bijzonder wordt aangemerkt." "Hij mag nu van de taart niets meer hebben." "Ik zou hem wel wat geven. Het kind heeft beterschap beloofd, laten we hem vertrouwen."
't Is of men op een zinkend schip jammert, waarom men toch niet thuis was gebleven; elkaar verwijten doet; de oorzaak van 't ongeluk napluist en den schuldige daaraan opspoort. Met dit al behoedt men 't schip niet voor vergaan; alleen flink de hand aan het roer slaan, pompen, waar 't lek is, zal 't onheil kunnen afwenden, anders verdrinkt men maar....
"Waarlijk, hadt ge mij verwonnen, "Zucht noch kreun hadt gij vernomen; "Maar daar zit gij, beer! en jammert, "En onteert uw stam door klagen, "Als een slechte Shaugodayn, "Als een best van honderd jaren!" Weêr deed hij den strijdaxt gonzen, Nog eens trof hij Mishe-Mokwa Midden op het ruige voorhoofd, En vergruisde hem den schedel, Even als de tred des visschers In den winter ijs vergruizelt.
Zijne stem verheffende, schreeuwt hij haar toe: "Wees stil; leef zooals hij, dan zult ge uw zoon weerzien!" De zwarte Rachel weent en jammert, en weigert vertroost te worden, zelfs door haar eigen dominee. Als de mannen in uniform hunne spaden opnemen, en onder een eentonig gezang het graf beginnen te vullen, roept de oude vrouw nog luider: "Neen, ik zal mijn zoon nooit weerzien!"
Zoo doet dan eindelijk, na Laokoon en Niobé, opnieuw het dramatische, pathetische element zijne intrede in de beeldhouwkunst: toch is het niet de nog altijd ideale, geadelde smart van Laokoon of Niobé, maar veelmeer eene zeer alledaagsche, zeer realistische smart, die jammert en huilt en zich in heftige gebaren uit. En tot welken prijs wordt deze triomf gekocht!
Daar zij slechts één zoon had, was zij naijverig op Niobe, die rijk met kinderen gezegend was, en wilde zij den oudsten zoon van deze dooden, doch bij vergissing doodde zij haar eigen zoon. Zij werd daarop door Zeus in een nachtegaal veranderd, die steeds om haar zoon jammert. Caesar bevrijdde hen van de overheersching van den Germaan Ariovistus.
DEMETRIUS. En ze jammert als volgt: THISBE. "In slaap, mijn schat? Wat, wat is dat? O, Pyramus, ontwaak! O, spreek, o, spreek! Wat ziet ge bleek! Wat! zijt ge dood? o wraak! Uw leliemond, Uw neus zoo blond, Uw wangen van saffraan, Zijn heen, zijn heen, O bruidjes, ween, Dat lookgroen oog vergaan! Drie zustren, gij, Komt thans tot mij! Hoe melkwit is uw hand!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek