Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juni 2025


"Dat zal ik," antwoordde de verschijning zeer bedaard, "zoodra ik adem geschept heb, en gij mij den tijd geeft. Levend, zeidet gij? Ik leef zoo goed als een mensch leven kan, die van brood en water geleefd heeft gedurende drie dagen, welke mij drie eeuwen toeschijnen. Ja, brood en water, vader Cedric!

»Die is ook liever lui dan moê," mompelde Marten zacht voor zich heen. En luider sprak hij, niet zonder fijne spotternij, want hij wist wel, dat de familie Bleeker ijverig Spaanschgezind was en den Prins van Oranje en diens strijden voor de vrijheid diep verfoeide: »Ja, niet waar? Waarom zing je niet mee, Piet?

Zij vonden dit alles heel mooi en het was voor hèn.... Een slaaf bracht ooft en gebak op een schaal van verguld en zij aten. Zullen wij ons nu verkleeden? vroeg Cecilius. Ja, zeide Crispina. Wil ik een van mijn slavinnen roepen? Wij kunnen het zelf wel, domina, zei Cecilius. Ja, domina, wij kunnen het zelf wel, zei Cecilianus.

Dáár had ze gelijk in, en ja, als we allemaal precies gelijk zouden worden, dan moest eigenlijk na dat pleiziertje in de Maliebaan de heele stad voor den grond worden gesmeten, om ook de steenen en het houtmateriaal gelijk te verdeelen. Ja wel, elk voor zich kon dan zijn portie meenemen om naar goedvinden op een óók eerlijk gedeeld stuk grond, zijn huisje te kunnen zetten.

Toen ging er een licht voor my op. Ja, ik had hem gekontrarieerd, maar in 't naïf denkbeeld dat hy me daarom achten zou! Ik h

Dieper legde langzaam en voorzichtig z'n pen neer, trad 'n stap achterwaarts hy boekhouwerde altyd overeind snoot z'n neus, hèmde z'n keel schoon, en sprak met expresselyk voor deze betuiging gereed gemaakte organen: Ja, jongeheer, heel geringe menschen! Zieje, ging Pompile voort, m'nheer Dieper zegt het ook, en ... die leerkooper schryft z'n naam met één b.

"Ja, och.... even maar. Van blijdschap, zie je.... Och, lach me niet uit." Maar hij lacht haar wel uit met teederen lach, en juist wil hij haar eens terdege gaan bespotten, als ze hem wenkt den kleinen zieke te bespieden. Terwijl hij gluurt, slaat ze hem gade, gretig den indruk afwachtend, die het schouwspel op hem maken zal. Dan wisselen ze een blik vol zaligheid.

Door gestadig met het overschot van de roeispaan nu aan de eene dan aan de andere zijde te roeien, wist hij tegen de zwellende golven op te zwoegen. Maar in beider hart kwam de vraag op, hoe lang zij dit nog zouden volhouden. "Hebt gij kardoezen?" vroeg zij. "Ja, in mijn jaszak," antwoordde hij. "Geef me er twee van, als ge kunt," zeide zij.

Wil ik u 'n bordje brengen, meneer? Ja, breng jij mij 'n bordje, en ook een voor Donna Clara. Mooi klinkt dat: Donna Clara. Ja, en ook toepasselijk; weet je niet? Donna Clara, Donna Clara, heisz-geliebte langer Jahre.... Zij keek hem zóo ironisch aan, dat hij haar óok onwillekeurig langer aan bleef kijken. Wel had ze zúlke oogen? en durfden die hem zóo aan te zien?

"Ja," kreeg ik ten antwoord, "dat verwachtten wij ook niet, maar 't is toch prachtig, prachtig".... Later heb ik, mij over Gorter uitlatend, gezegd, ik wilde eerlijk zijn: dat hij naar mijn meening als dichter dood was, en al heel gauw kon ik een geweldige verkoeling waarnemen.

Woord Van De Dag

sexualiteit

Anderen Op Zoek