Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
De pelgrim, wien ieder pad en uitweg van het bosch bekend schenen, geleidde hem langs de afgelegenste wegen, en verwekte meer dan eens opnieuw den achterdocht bij den Israëliet, dat hij hem in de eene of andere hinderlaag van zijn vijanden wilde voeren.
Zie daar, Juffrouw Willis, nu ben ik een man, die met een Dominé wel eens over een Kapitteltje harwar, maar ik was stom; zo sprak dat brave Styntje Doorzicht. Eindlyk sprak ik eens recht myn hart uit, en ik drukte haar de hand. Myn Heer, gy zyt een Zoon van den vromen Aartsvader Abraham; gy wandelt voor Gods aangezichte, en zyt oprecht; een vroom Israëliet, in wien geen bedrog is.
"Ach!" zei de Jood, "hij zal mij niet onder zijn gevolg laten medereizen de Sakser en de Normandiër schamen zich beiden voor den armen Israëliet; en alleen te reizen door het gebied van Philip de Malvoisin en Reginald Front-de-Boeuf.... Goede jongeling, ik wil met u gaan! Laten wij ons haasten onze lendenen omgorden laat ons vluchten! Hier is uw staf, waarom draalt gij?"
Hierop, alsof de achterdocht de overhand kreeg op zijne andere gewaarwordingen, riep hij plotseling uit: "Om Gods wil, jongeling, verraad mij niet ter liefde van den grooten Vader, die ons allen geschapen heeft, Jood en Heiden, Israëliet en Ismaëliet pleeg geen verraad aan mij!
Wanneer de Romein uit de hoogte neerziet op den Israëliet en hem bespot, dan doet hij slechts wat de Egyptenaar, de Assyriër en de Macedoniër vóór hem gedaan hebben, en daar de spot tegen God gericht is, zal het einde hetzelfde zijn. Er bestaat geen wet, die de opperheerschappij der natiën vaststelt; daarom is de aanspraak op de opperheerschappij ijdel en de strijd daarover tevergeefs.
Shammai zou niet beter hebben kunnen spreken en Hillel evenmin. U hebt mij weder tot een echten Israëliet gemaakt. Vleier! Ik herhaal slechts wat ik Hillel heb hooren zeggen, toen hij onlangs in mijne tegenwoordigheid met een Romeinsch sophist redetwistte. Nu ja, maar u legt er het leven in. Waar ben ik ook weer gebleven? vraagde zij.
De kapitein keek bewonderend naar haar op, en zij was schoon in haar toorn, zooals zij daar stond met fonkelende oogen, een hoogrood over het gelaat verspreid en de handen op de borst gedrukt. En dat is nog niet alles, vervolgde zij. Voor de rechtbank mag een Israëliet niet getuigen en slechts met het hoofd ter aarde gebogen antwoorden.
De Israëliet is vooral zedelijke mensch, doch in dezen bizonderen zin van te staan onder de zedewet, waarbij het schuldgevoel des menschen tegenover de heiligheid Gods de grondtoon der geheele gezindheid bepaalt. Deze mensch weet niet dat in hem een goddelijk licht brandt: hij kent zich als zondaar en ontleent uit een geschreven wetgeving den maatstaf der zelfbeoordeeling.
Beschouw de werkelijkheid zooals zij is. Heb den moed om de Parcen in de oogen te zien en zij zullen u zeggen: Judea is wat Rome wil, dat het zijn zal. Thans waren zij aan de poort gekomen. Juda stond stil en zag Messala aan, de oogen vol tranen. Ik begrijp u, zeide hij, omdat gij een Romein zijt; gij kunt mij niet begrijpen, omdat ik een Israëliet ben.
Immers daarmeê, dat het Manna neerdroop in de woestijn, was Israel nog niet gespijsd. Dat het daar in rijke golven op den bodem lag, voedde Israel nog niet en kon zijn honger niet stillen. Neen, elken morgen moest de Israeliet uitgaan en zijn Manna opzamelen, en thuis in zijn tente gekomen, dit Manna eten. En zoo eerst hield het zijn leven in stand.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek