Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 oktober 2025


"Ikke Ollansch geleerd heeft in uwe land. Ikke als knaap, heel jong, daarin geweest is, en veel geleerd heeft." Op dit oogenblik kwam Van der Zaan bij hen, en vroeg hun: "Wat moet gij van dien neger?" "Die man spreekt Hollandsch, Schout-bij-nacht," gaf Engel ten antwoord. "Mijnheer!" zeide de neger, terwijl hij zich eerbiedig voor Van der Zaan boog. "Uwé zeker de Admiraal van deze vloote is."

Ikke nu vijf- of zes en veertig jaar geleden een Michiel de Ruyter gekend heeft. Dat te Vlissingen was. Maar het niet dezelfde kan zijn. Die Michiel maar bootsmansjongen was." "En toch is dat diezelfde Vlissingsche bootsmansjongen, die nu Admiraal van de vloot is." "Uwé den armen neger voor den gek houdt," zeide de zwarte ongeloovig.

En nog eenmaal geeft hij zeer scherp lucht aan zijn gevoelens in 1872 naar aanleiding van eene rede van Bjørnson. Ook deze dichter had de gebeurtenissen van 1864 met spanning gevolgd. Ook hij had aansporingen uitgezonden, om Denemarken te hulp te komen, en na den val van Dybbøl klaagde hij: Da Norge ikke vilde hjælpe. In 1870 was men in Skandinavië zeer gespannen.

Uren kon zij daar heen en weer drentelen in haar katoenen jurkje en bonte schort, terwijl vader in de nabijheid hout hakte of dennen pootte. Die drie berken had zij »Vader« en »Moeder« en »Geertje« genoemd. De langste was »Vader«, de dikste »Moeder« en de kleinste, »Geertje«, of »ikke«, zooals ze altijd zei. En dan lachte ze zoo helder, dat 't aardigheid was en je wel moest meêlachen.

Geen tien minuten later ligt er een hagelwit, ofschoon wel wat krap laken door nicht Janssen zelve over de tafel gespreid. De huisvrouw heeft de diepe borden al tellend: da's nêf, da's nicht, da's Janssen en da's ikke, er mede op nedergezet; naast ieder bord links: 'en vurk, rechts: 'en lêpel.

Al 't ongeluk dat gekomen was en al 't ongeluk dat nog komen zou, ze droegen hier gedrijen de waarachtige schuld ervan. Gijlie hebt 't bedreven, en ikke, mijn jongen, hebbe 't geduld. Waarom heeft Madeleen u dat allemaal niet uitgelegd? Hoor eens.... Waarom is uw gang dweers tegen den wil van God? God is de sterkste.

Griet slaat de handen ineen: "En wist ie dát niet.... ezel....!?" Jochem beteuterd: "Ikke?" "Kuuken!" "Wa' blief?" "Schoapskop zeg ik!" "!?" "Domme eend, da'j niet wiezer bint!" Jochem wou dat ie licht kreeg, en kiekt noar 't vuur: "Moar wát, wát is 't dan toch?" "Zie, ge bint zoo stomp as 'en klomp. Noach had drie zeuns: Sem, Kam en Joafet, nietwoar prefester! Wie is nou de voader van Kam?

Ze bedaarde. Ze riep: Wel, moeder, onnoozele moeder! Ze wilde wegloopen, maar Goedele gebood dat ze blijven moest. Ze bleef. Ze lachte lijk een zottin en joepte met snokjes opwaarts. Ze gichelde bij poozen: Ikke?... Ikke?... Wel hemelsche deugd! mijn moederken!... Liefde voelen of andermans liefde ontvangen!... Bespottelijk, zoo'n idee!... Ik zegge 't u: stel u in ruste... Ik trouw met Sebastiaan.

De neger antwoordde hem niet, maar trad op den zeeman toe, sloot hem in zijn armen en riep uit: "Ja, ja, het Michiel is, Michiel, mijn oude vriend! O, wat ikke blij ben, dat ikke jou nog eens mag zien. Dat ikke jaren lang gewenscht heeft! Maar ikke nooit gedacht had zóó." "Mijn goede, goede Jan!" zeide De Ruyter, terwijl hij hem hartelijk de hand drukte. "Wel ouder geworden, maar niets veranderd.

Fèn sau'n mèskeroade hep ikke nie terug ... lachte Neel om Stijns kunstig zoethouden van Sien. Bij Lien, Mien of Jansje griende ze altijd, in slaap-gestoorde kribbigheid. En nu had ze zich door Stijns zachte deuntjes-stem heelemaal laten omzingen. Zonder een knorretje was bleek Sientje knikkebollend op zijn arm ingeslapen en droeg hij haar de duffe achterkamer in.

Woord Van De Dag

arasbesken

Anderen Op Zoek