Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 juli 2025


Maar Peer had geen lust, zijn leven in gevaar te stellen. Hij geraakte hoe langer hoe meer vóór. "Peer!" riep Fulco nu met donderende stem, "Peer, hier, zeg ik je! Neem jij het kind en breng het op IJselstein. Mijn paard kan bijna niet meer voort. Peer, hoor je niet, wat ik zeg? Alléén laten ze je daar toch niet binnen. Hier, neem het kind!" Deze bedreiging hielp.

Zie mijne tranen, Heer, en erbarm u. Genade, smeek ik u, o, heb toch genade! Moet mij dan alles ontnomen worden? O, laat mij die dapperen behouden ..... " "Voort met hen!" bulderde Aloud. "Geen genade voor de opstandelingen! Alle acht zullen zij hangen en gij, Vrouwe van IJselstein, gij en de anderen, die de galg ontloopen, gij allen zult gekerkerd worden.

Fulco besloot den nacht op eene naburige hoeve door te brengen, teneinde de burchtbewoners niet te storen in hunne rust. Hij reed langzaam verder en kwam weldra, waar hij wezen wilde. Op zijn geroep verscheen de pachter voor een geopend luikje ter zijde van de deur en riep: "Wie daar?" "Ik ben het, Fulco, de dienaar van Heer Gijsbrecht van IJselstein.

"'t Gaat nog al; niet bijzonder!" zeide hij wantrouwend, daar hij zich Fulco's vriendelijkheid in het geheel niet begrijpen kon. "Hoe kom jij zoo hier verdwaald?" "Och, ik ben in 't ongeluk, zooals je weet. Heer Gijsbrecht van IJselstein is dezen nacht gevangen genomen en nu weet ik zelf nog niet, wat ik wil. En hoe kom jij al zoo vroeg op weg?"

Bijna niemand dacht in zijne ontsteltenis aan tegenweer. "Vlucht, vlucht!" klonk het overal in de grootste verwarring, terwijl de slagen van Jonker Jan en zijne krijgers verpletterend op de vijanden nederdaalden. "Voor IJselstein en Bertha! Voor IJselstein en Bertha!" galmde het aan alle kanten en die kreet verspreidde overal schrik en ontsteltenis, waar zij gehoord werd.

Toch, hoe vorstelijk en rijk de indruk ook moge zijn, dien deze ruiter teweegbrengt, koninklijk bloed stroomt hem niet door de aderen. Het is Heer Gijsbrecht, de eigenaar van het machtige slot te IJselstein, en zijn naam is reeds, niettegenstaande des Ridders jeugd, beroemd in het graafschap.

Na dit zijuitstapje keeren wij langs den hoogen Lekdijk naar Vreeswijk terug tot de plek, waar de torenspitsen van IJselstein in het noorden op eenigen afstand uit het vlakke grasland verrijzen. Wij dalen den dijk af; de schipbrug voert ons over de rivier en wij staan, na een klein, armoedig voorstadje en een oude poort gepasseerd te zijn, op de breede Voorstraat van het oude stedeke Vianen.

"Vianen heeft hem naar zijn kasteel te Culemborg gebracht, waar hem niet veel goeds te wachten staat, want Vianen heeft een doodelijken haat tegen hem opgevat." "Weet je ook, wat zijne plannen met IJselstein zijn?" "Ja, dat weet ik zeer goed. Hij is van plan, om hem eerst bijna te laten verhongeren en hem daarna te dooden.

Hij zit keurig te paard: het schijnt bijna, alsof hij met den vurigen schimmel, dien hij berijdt, één wezen vormt. Uit de tuigage van het ros blijkt evenzoo de rijkdom van den edelman. Ook die is versierd met edelsteenen en paarlen, de stijgbeugels zijn van zilver, het donkerroode dekkleed, waarop in zilverdraad het wapen van IJselstein is gestikt, is van kostbaar fluweel.

Voor IJselstein en Bertha!" klonk het jubelend rondom de muren, toen de vijanden ijlings op de vlucht sloegen. Weldra werd het tooneel van den vreeselijken strijd door een rossen gloed verlicht en flikkerden aan alle zijden de vlammen hoog op, daverend begroet door den kreet: "Voor IJselstein en Bertha!" Maar zoo gemakkelijk liet Vianen zich niet verslaan.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek