Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juli 2025
„Wat weêrga, laat ’m dan gaan werken: wij moeten ’t toch ook doen.” „Hij werken? Kijk ’m ereis goed an: daar is ie veel te petieterig voor.” „Hum ja! je hebt gelijk: daar is hij te miserabel voor.
Ik kon 't den langoor anzien dat ie er niks te goed toe is ewest um met Absolom ekspresseliek onder de boome deur te scharminkelen.
Hoe vriendelijk keek ze op naar het kleine ding dat op haar toesprong. "Hij komt zoo." zei Elsje, "brr, wat is het koud!" "Hij moet voortmaken," antwoordde grootmoeder "anders is ie uit, als moeder thuis komt. Neen, blijf jij er maar af, kindje. Ik ben veel te bang voor brand." "Ja," zei Elsje.
Nou heb ik zoo met m'n domme verstand gedacht, als Dreyfus d'r uit komt, zal hij zijn mond niet houden, hij zal spreken en vertellen wat ie weet en juist omdat ie te veel weet hebben ze 'm op dat eiland geplakt. Hoe moet dat nou rond loopen? Hoort u wel eens in café's of magazijnen, waar u kom over die zaak spreken?
Hm, bromde Eugène. Ja, juist... van huurpaarden hoef je niet te spreken. Dat weten ze zelf wel... wat zeg jy, Eugène? Nu dan vraag je-n-of m'nheer Calbb en mevrouw Calbb en de jongeheer Bonifaz naar buiten gaan? En hoe laat? En... of ie mee mag ryden? Maar... asjeblieft, moet je zeggen, niet waar, Eugène? Hm! Juist! Asjeblieft, zeg je, en je moet vooral het kompliment van my doen.
Toen onze kermisgasten buiten de tent, en weer in 't gejoel waren, zei Gerrit: dat ie d'r zat en genog van had; en Gijs zei: dat 't smêrig was. "Wat nou?" vroeg Gerrit besluiteloos. "Hosse! hosse! hosse!" klonk het eensklaps uit wel vijftig monden van mannen en vrouwen, die dolzinnig hand in hand voortholden.
...verbeelje toen ik thuis kwam, zoo tegen half-elf... want ik kòn niet eer, om de drukte, weetje anders... ik houd niet van remoerigheid, dat weetje wel nu, toen ik thuis kwam de stad is vol moordenaars en dieven, dit moet je wèl in 't oog houden! toen waren m'n aardappelen... waar denk ie dat m'n aardappelen waren? Ze waren... weg! Weg? Weg! Heelemaal weg? Heelemaal... wèg! Je aardappelen weg?
't Is niet, as of ie ze veur een vasten merktprijs kunt koopen: maar je mot ze zoo bij een occasie treffen: en wil je wel eleuven, dat ik er heel veur naer Alfen heb motten rijen, omdat ik hoorde dat er een boer weunde, die er een paer 'efokt had? Jao! vraeg het maer aan Meneer, die zal ook wel weten, dat het zoo gemakkelijk niet is, in dat geval."
Da...at is toch schrikkelijk! die...ie Sta ...anley moet toch iets uitgestaan hebben! riep hij soms plotseling, in de stilte van het keukentje, waar moeder en Fietje met hun breiwerk zaten, zijn lezing onderbrekend.
Maar nou 'ad ie sooveel aardappele met spek kekeet, dattie sijn buik niet kon draak over Straat. Soo 'et ie in drie nakte geprakkiseerd, ie sou late maak een kruiwaak en daarop sijn buik foortkrui. Ier ebje nou mijn krootfader, die sijn buik foortkruit over straat.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek