Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juli 2025
Maar Stoetema zei: dat kan niet, want we hebben 't bed pas opgemaakt voor de jongens; dan most me vader maar in den hooiberg gaan. Nou toen moest me vader zoo'n hooge ladder op van 'en veertig sporten. Jongens! dat kostte hem wat 'n moeite voor dat ie boven kwam! Toen maakte hij daar zoo'n kuiltje voor 'm en haalde het hooi over 'm heen, en bleef stil leggen.
Ja de vrijheid is een wonder ding, want daar heb je de kanarie van Jans, als die los in de kamer vliegt dan gaat ie strijk en zet vanzelf de kooi weer in; en nietwaar als een vogel, die voor de vrije lucht is geschapen dan tevreden in een kooi is! Ik geloof jongens dat tevreden zijn met je staat, terwijl je toch werkt om het beter te krijgen, al de rechte vrijheid is.
Het oudste jongetje och hoe was nu zijn naam ook weer een mooi jongetje met zwart krulhaar, dat niks anders als Fransch kon, vond zijn papa want timmermansjongetjes zeggen daar ook papa hij vond zijn papa veel mooier als soldaat; en als die papa van het exerceeren thuis kwam, dan mocht hij wel eens met de sabel spelen, maar die niet uit de schee trekken, want dan zou ie zich snijen.
"'k Weet ook," vervolgde hij: "da'j veur grootvoader zoo goed bint as 't kan. Nou wou 'k oe moar zeggen Door, da'j toch, as 'k weg bin, zóó altied mot blieven. Hou moar vrêje met Bart, en zurg as 'en dochter veur d'ouwe man. As 't in den tabak te straf geet, dan mo'j Joapik oe bruur, nog moar is 'en dag oan 't brêke zetten, went grootvoader kan 't nie meer rooijen, heur ie?"
Me neef na binnen, met 'n bos op zen borst, wat ben je me! In een ommezien was ie weerom; daar hadje 't lieve leven gaande. Ik most boven kommen.
"Och, wat zal ik u zeggen? U hebt beiden gelijk! Ik weet 't niet, ik ben maar 'n dom mensch... Maar ik weet wel, dat ik aan mijn zoon zal zeggen, dat hij niet meer studeeren moet! Ze zeggen dat de geleerden aan den galg eindigen. Heilige Moeder Gods! En dan woû mijn zoon nog wel naar Europa!" "Wat denkt u dan te doen?" "Hem zeggen dat hij bij me moet blijven. Wat geeft 't of ie wat meer weet?
Geen vijf minuten geleden was een oud heer, uit de richting van 't nieuwe doktershuis, het plein afgekomen, en terwijl hij hier even stilgestaan en naar het doktershuis had omgezien, was hij plotseling ineengezakt. Op deze zelfde stoep had ie gezeten.
"Die ligt ginds." "Wat zegt ie?" hijgde Bensington, die kwam aanloopen zonder dat iemand op hem lette. "Ligt Flack ginds?" "Hij viel." "Ze kwamen er een voor een uit." "Wat?" "Deden een uitval. Ik loste m'n beide loopen." "En heb je Flack daar alleen achtergelaten?" "Zij zaten ons op 't lijf." "Vooruit," zei Cossar. "Jij gaat met ons mee. Waar is Flack? Breng ons er heen."
Toen wilde hij naar binnen gaan." "'t Is een leugen, juffrouw, 't is een leugen!" roept hartstochtelijk de jongen, terwijl de tranen hem met kracht uit de oogen springen en over zijn bleeke wangen rollen. "Ik luisterde naar de muziek, anders niet. Laat me toch los!" Albertine ziet hem medelijdend aan en zegt: "Laat hem maar los, Pieter." "Dan gaot ie er vandeur, juffer!" "Neen, neen!
O! Gossie! wat ziet ze ’r raar uit, en hij maakt grimassies voor d’r. Hij buigt. Hè! hè! hè! hè!” „Stil! lach niet zoo hard, anders hoort ie ’t!” „Dat’s allemachtig kemiek: hij zoent ’r hand.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek