Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 mei 2025


De militair stond stil en hem de hand toestekende, zeide hij: "M'n beste jongen, vraag u de bijzonderheden maar aan Capitán Tiago. En nu, goeden nacht. Ik moet gaan kijken of er niets bijzonders is." Ibarra drukte hartelijk, maar zwijgend de magere hand en stil volgde hij hem met de oogen tot hij uit het gezicht verdween. Hij keerde langzaam terug en zag een rijtuig voorbijkomen.

"Ik ben ziek geweest en heb het druk gehad, zoodat ik niet ben kunnen terugkomen!" zeide de oude man schuchter. "Capitán Tiago zei dat hij wel voor een nis zou zorgen. Maar ik heb bloemen geplant en een kruis neergezet, dat ik zelf gesneden heb." Ibarra antwoordde niet. "Daar achter dat groote kruis, heer!" ging de knecht voort, wijzende naar een hoek, toen ze de poort door waren gegaan.

Het water bewoog zich, er kwam meer en meer beroering in: 't was alsof daar beneden in de diepte een worsteling plaats had. Het heele staketsel raakte aan 't waggelen. Iedereen was stil, ademloos. Ibarra omklemde zenuwachtig het heft van zijn scherpe mes. De voorstelling scheen ten einde te loopen. Het hoofd van den jonge man kwam boven water. Men begroette hem met vroolijke uitroepen.

Niemand van de kandidaten had aan den huisheer gedacht. Ibarra zag hem met voldoening en een glimlach op de lippen naar het tooneeltje kijken. "Hoe zoo, don Santiago, gaat u niet tusschen ons in zitten?" Maar al de plaatsen waren reeds bezet: Lucullus at niet bij Lucullus aan huis. "Hou u bedaard, niet opstaan!" zeide Capitán Tiago en legde zijn hand op den schouder van het jongemensch.

Ibarra had ook een geparfumeerd briefje ontvangen, dat Anding, Maria Clara's zoogzuster, hem had ter hand gesteld op den avond van den eersten feestdag. 't Luidde aldus: "Crisóstomo: Je hebt je al den heelen dag niet laten zien. Ik heb gehoord dat je een beetje ziek bent. Ik heb voor je gebeden en twee kaarsen voor je aangestoken ofschoon papa zegt, dat je niet ernstig ziek bent.

"Ziet u de noodzakelijkheid van hervormingen niet in, u wiens familie-rampen?..." "O, ik vergeet mezelf en vergeet mijn eigen narigheid waar het de veiligheid in de Filippijnen, waar 't de belangen van Spanje geldt!" viel Ibarra levendig in. "Om de Filippijnen te behouden is het noodig dat de frailes voortgaan zooals ze nu doen, en in de vereeniging met Spanje ligt het heil voor ons land."

Zelfs Padre Dámaso is 't, en toch blijft hij even dik." "Hoe zoo?" "Nou dat geloof ik: voor een jaar heeft hij den 'coadjutor' een pak ransel gegeven, en de 'coadjutor' is net zoo goed priester als hij. Wie geeft er nu om een kerkelijke ban?" Ibarra bespeurde Elias onder de werklieden. Deze groette hem evenals de anderen, doch met een blik gaf hij hem te kennen dat hij hem iets te zeggen had.

Als had die stem tooverkracht bezeten, onttrok het jongemeisje zich aan haar ontvoering en liep hard weg, om zich te verschuilen in het bidkapelletje, waar de heiligenbeelden stonden. Neef en nicht begonnen te lachen en Ibarra hoorde nog het gedruisch van een deur die gesloten werd. Bleek, snel ademend, drukte het jongemeisje de handen op haar popelenden boezem en wilde luisteren.

Eenige oogenblikken later nam Ibarra afscheid, daar hij zag dat het samenzijn moeilijk anders dan gedwongen kon wezen. Capitán Tiago keek zuurzoet, Linares was stil en zat waar te nemen, de pastoor deed alsof hij vroolijk was en sprak over dingen die hem volmaakt onverschillig waren. De kaart der dooden en de schimmen. De bewolkte hemel verborg de maan.

Ibarra ging voort: "Bij 't lijk van mijn moeder zwoer ik dat ik je gelukkig zou maken, hoe mijn lot ook wezen zou! Jij mocht je belofte breken, ze was je moeder niet maar ik, die haar zoon ben, ik houd haar nagedachtenis in eere, en trots allerlei gevaren ben ik hier gekomen, om mijn eed gestand te doen. En 't toeval wil, dat ik met je zelf kan spreken, Maria. We zullen elkaar niet meer terugzien.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek