United States or Republic of the Congo ? Vote for the TOP Country of the Week !


De "coadjutor" met een koorhemd aan, liep van de eene kar naar de andere, een wierookvat in de hand, op welks geur hij nu en dan 't reukorgaan van den pastoor onthaalde, waarop deze dan een nog ernstiger en deftiger gezicht zette.

De pastoor, de coadjutor, de alférez, de burgemeester en nog eenige capitan's met de vice-burgemeester of teniënte mayor gingen aan een tafel zitten, waaraan Ibarra de eereplaats innam. De moeders stonden niet toe dat er een enkele man aan de tafel der jonge meisjes aanzat.

"Van welken kerel, mijnheer de pastoor?" riep de alférez uit, terwijl hij door het glas wijn heen, dat hij bezig was uit te drinken, den geestelijke aankeek. "Nou, van wien anders dan van den kerel, die eergisteren middag Padre Dámaso onderweg heeft afgeranseld!" "Heeft-ie Padre Dámaso afgeranseld?!" vroegen er verscheidenen. De coadjutor scheen in zijn schik.

En den Franciskaan zijn rug toedraaiend, vervolgde hij: "Nu goed, deze pastoor heeft toen bij in 't dorp terugkwam eerst den armen coadjutor mishandeld, en toen het lijk laten opgraven om het uit het kerkhof weg te laten brengen ergens anders heen, weet ik waar. Het dorp San Diego is zoo laf geweest om er heelemaal niet tegenop te komen.

Gedurende de afwezigheid van Fray Dámaso in San Diego, liet de coadjutor het lijk begraven van een heel waardig man... ja, meneer, een heel waardig man. Ik ben verscheidene malen met hem in aanraking geweest en heb ook wel bij hem gelogeerd. Dat hij nooit gebiecht heeft!... nu wat zou dat? Ik ga ook niet naar de biecht. Maar te zeggen dat hij zich van kant gemaakt heeft is een leugen, pure laster.

Daar bevonden zich de alférez, de coadjutor, de burgemeester, zijn teniënte mayor of plaatsvervanger, de schoolmeester en verscheidene gewezen capitan's, teniëntes of adjunkten, ja zelfs Capitán Basilio, de vader van Sinang, de vroegere tegenstander van wijlen Don Rafael in een oud proces, dat nog voortduurde.

Mijn oom werd even aardig ontvangen door den burgemeester, den heer Finsen, gelijk de gouverneur in uniform, maar even vredelievend van aard en betrekking. Wat den coadjutor, den heer Pictursson aangaat, hij deed juist eene herderlijke reis in het noorderkwartier; wij moesten er dus voorloopig van afzien om aan hem voorgesteld te worden.

De pastoor had verzocht zelf beschermheer te mogen wezen en den eersten steen te leggen: een plechtigheid die op den laatsten dag van 't feest plaats zou hebben en een der voornaamste punten van 't program zou uitmaken. Zelfs was de coadjutor schuchter bij Ibarra gekomen, om hem al de missen aan te bieden die de vromen voor hem betalen zouden tot de voltooiing van 't gebouw toe.

Deze twist bijgelegd, ontstond er een woordenwisseling over de keuze van een prediker voor het feest; de pastoor had er drie voorgesteld: pater Dámaso, pater Martin of de "coadjutor". Op dat oogenblik kwam Sisa aan, met een mand op haar hoofd. Ze groette de vrouwen en ging de trap op. "Die gaat naar boven! Laten wij ook naar boven gaan!" zeiden de anderen.

"Toen ze hem van den grond opnamen, was zijn gezicht vol bloed. En hij haalde geen adem meer." "Laat hem in vrede rusten, maar hij heeft niets dan zijn verdiende loon!" riep een jongmensch uit. "Als je 's wist wat hij van morgen in 't klooster gedaan heeft... 't Is niet om te zeggen." "Wat heeft hij gedaan? Heeft hij de coadjutor weer een pak ransel gegeven?" "Wat heeft hij toch gedaan?