Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juni 2025
't Is bewezen dat de papieren op het lijk gevonden vervalscht waren, want het schrift was gelijk aan dat van meneer Ibarra voor zeven jaar, maar niet aan zijn tegenwoordige hand, waardoor men veronderstelt dat die bezwarende brief als model gediend heeft. Nog meer: de verdediger zeide dat, als meneer Ibarra de brief niet had willen erkennen, er veel voor hem had gedaan kunnen worden.
Doch Ibarra was al weg, om zich op de hoogte te stellen van Maria Clara's toestand. "Laat dit toch geen beletsel zijn om het feest voort te zetten, meneer Ibarra!" zeide de alcalde. "God zij geloofd! De doode is geen geestelijke en geen Spanjaard. We moeten uw behoud vieren. Och, och, als u toch 's die steen op u gekregen had!" "Ik had er een voorgevoel van! Een voorgevoel!" riep de notaris uit.
Ik heb je opgeofferd, mijn liefde opgeofferd... wat doet men niet voor een moeder die dood is en twee vaders, die nog leven? Kon ik vermoeden welk gebruik ze van je brief zouden maken!?" Ibarra stond verplet. Maria Clara ging voort: "Wat bleef me nog? Kon ik je soms zeggen, wie mijn vader was, kon ik je zeggen dat je hem vergiffenis moest vragen, aan hem die jouw vader zooveel heeft doen lijden?
"Kan u ons zeggen, op welk graf daar een kruis was?" vroeg de bediende. De aangesprokene keek naar de plek en dacht even na. "Een groot kruis?" "Jawel, groot," bevestigde de oude met vreugde, beteekenisvol naar Ibarra ziende wiens gelaat opklaarde. "Een kruis met snijwerk en vastgemaakt met rotan?" vroeg de doodgraver verder.
"Ik ben in de eerste plaats gekomen, om u te vragen, of u soms iets voor de provincie Batagas hebt: ik ga daar nu heen. "En ten tweede om u een slechte tijding te brengen..." Ibarra keek den "loods" vragend aan. "De dochter van Capitán Tiago is ziek," hervatte Elias kalm, "maar niet ernstig." "Ik had het wel gevreesd!" riep Ibarra met zwakke stem uit. "Weet u wat haar scheelt?" "O koorts!
Doch de oogen van den Franciskaan, diep verscholen in de holle kassen, spraken niet van verrukking; in die sombere blik was iets wanhopig droevigs te lezen: met zulke oogen moet Kaïn van verre naar het paradijs gekeken hebben, welks genietingen zijn moeder hem geschilderd had! Het bedrijf eindigde toen Ibarra binnentrad.
Op 't oogenblik dat de oude man heenging, hield er aan den ingang van het pad een rijtuig stil, dat een lange reis scheen afgelegd te hebben: het was bedekt met stof, en de paarden stonden in 't zweet. Ibarra stapte uit, gevolgd door een ouden bediende. Hij zond het rijtuig met een wenk weg en richtte zich, zwijgend en ernstig, naar het kerkhof.
Een stilzwijgen vol verlegenheid hield eenige oogenblikken aan. Ten slotte kon Ibarra vooruittreden, en met beverige stem mompelde hij: "Ik ben net aangekomen, en ik heb me vreeselijk gehaast om je te komen zien...Ik zie dat je beter bent dan ik dacht." Maria Clara scheen stom geworden te zijn: ze bracht geen enkel woord uit, en bleef de oogen neergeslagen houden.
"Ik ben dus nu weer aan 't werk, om van de kinderen papegaaien te maken, zoodat ze al die zaakjes van buiten kennen zonder er iets van te snappen, 't Gaat... En zoo zullen we doen tot onzen dood en zoo zullen ook doen, die nog geboren moeten worden. En dan praten ze in Europa van vooruitgang!" "Kom, we mogen niet zoo pessimistisch zijn!" zeide Ibarra, terwijl hij opstond.
Waar wilt u dat ik u heen zal brengen?" "Nee," hervatte Ibarra, "we zijn aan 't redetwisten, we moeten weten wie er gelijk heeft in zulk een gewichtige aangelegenheid." "Verschoon me, meneer," antwoordde Elias 't hoofd schuddend, "ik ben niet welsprekend genoeg om u te overtuigen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek