Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juni 2025
Kom, ouwe jongen, vooruit!” ’t Is een armoedige, kleine woning, die door Dirk De Vries, bijgenaamd „de manke”, met zijn groot gezin wordt bewoond. Het lage bouwvallige huisje, dat zich in een slop, uitkomende in de Passeerderstraat, bevindt, bestaat slechts uit één vertrek, met een klein hokje, een zoogenaamd keukentje er naast.
Gij bevondt u in een onmetelijk en onbegrijpelijk groot gebouw, naast diezelfde moeder gezeten, of wel naast eene, die men uw kindermeid noemde, en hoordet ontelbare menschen luide zingen, terwijl een man, in een groot hokje geplaatst, zonder ophouden en zeer langdurig sprak; men gaf u pepermuntjes en gij vreesdet altijd daar te zullen blijven.
Voordat het evenwel onzen vrienden vrijstond, al deze merkwaardigheden in oogenschouw te nemen, moesten zij twee en een half uur in de kamer der aangeklaagden vertoeven, een klein afgeschoten hokje, waarin nooit zon of maan indiscrete blikken kan werpen, en dat overigens een allergeschiktst vertrek is voor die soort van zieken, welke zich van frissche en gezonde lucht moet menageren.
"Ik bèn werkelijk over mijn tijd." "Zoo?" herhaalde Scrooge. "Ja, dat zou 'k ook gelooven. Kom es even hierheen, alsjeblieft." "Het is maar eens in 't jaar, meneer," pleitte Bob, uit het hokje komend. "Het zal niet meer gebeuren. Ik heb gisteren een beetje te veel pret gemaakt, meneer." "Nou zal ik je es wat vertellen, vriendje," zei Scrooge. "Ik wil iets dergelijks niet langer dulden.
»Ja, ga dan maar!« zei de kok, »maar binnen een half uur moet je terug zijn, om de asch op te vegen.« Zij nam haar olielampje en ging naar haar hokje, en zij trok den pelsmantel uit, en zij wiesch zich het roet van haar gezicht en handen, dat haar schoonheid te voorschijn kwam, niet anders dan de helle zon uit de zwarte wolken verschijnt.
Zij liep gauw naar haar hokje, en maakte zich weer tot een pelsdiertje, en toen ging zij naar de keuken om de broodsoep te koken. Terwijl de kok boven was, haalde zij het gouden spinnewieltje, en legde het in de schaal en de soep goot zij er over heen.
Johan ging met hem in de schoone Kapel, knielde voor den outer en verdween in het donkere hokje, waar hij, tegen een plank met gaatjes, woorden prevelde in het oor van zijn biechtvader. Dan moest hij onder het groote Kruis-Lieven-Heer gaan liggen en met zijn voorhoofd lang die koude vloertichels raken. Eindelijk hoorde hij de vespers zingen. 't Was uit.
Moe vond het een prachtig geschenk en Nel werd bijna jaloersch. En Dina dan! Dina vond het witje het mooiste konijntje van de heele wereld. »Dat is het ook«, dacht Jo, en hij danste weer naar buiten. »Nu moeten we een hokje voor 't diertje maken«, zei pa. »Morgen zullen we er mee beginnen; vandaag kun je 't wel in dit bakje zetten.« Maar Jo dacht er nog niet aan.
Na een poosje was er weêr een feest, en Albontje vroeg den kok of zij wel weêr zou mogen kijken. »Ja,« zei hij, »maar kom over een half uur terug, en kook dan voor den koning de broodsoep, die hij zoo graag eet.« Zij liep toen naar haar hokje, en wiesch zich vlug, en nam uit de noot het kleedje, dat zilver was als de maan en trok het aan.
Gedoken in 't voort-ijlend hokje, Zij, mijn Lief, en ik, en het kind, Het in zoelen slaap verzonken kind in 'n witwollen doekje gewikkeld, Hooren we enkel 't gerinkel der bellen Over de ruischlooze wegen der nacht In het zuidelijk bergland langs 't zuiver-wijd fluist'rende meer
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek