Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 mei 2025
Toen ik u dat rijtuig bestelde, was ik verzekerd, dat het op het bepaalde uur te Tinoset zoude aanwezig zijn." »Gij vleit mij, mijnheer Hog." »Volstrekt niet, mijnheer Benett." »Maar...." »Maar, wat?" »Gij schreeft mij, dat gij met u drieën zoudt komen." »Zeker, met ons drieën!" »En die andere twee...." »Zijn gisteravond in volmaakten welstand aangekomen." »Zoo, zoo!"
De trekking van de loterij ten behoeve der scholen in de hoofdstad van Noorwegen zou met den meesten luister in een der ruimste zalen van Christiania plaats hebben. Sylvius Hog ontving, juist in den ochtend van den 30sten Juni, een tweeden brief van het departement van Marine als antwoord op zijne dringend herhaalde verzoeken tot het doen van nasporingen.
Toch was professor Sylvius Hog van meening, dat zij zich op de hoogte moest houden van de voorstellen en aanbiedingen, die haar gedaan werden, daar Ole Kamp haar dat loterijbriefje met het nummer 9672 in vollen eigendom vermaakt had. Maar Hulda sloeg alle aanbiedingen van de hand. Dat loterijbriefje vertegenwoordigde voor haar iets van veel meer waarde dan een hoop geld.
Sylvius Hog scheen in eene stemming te zijn tot gekscheren; die boomstammen en balken gaven hem de snakerij in den mond: »Als het waar is, wat onze Scandinavische dichters beweren," zei hij met een glimlach, »dat de meren de oogen van Noorwegen zijn; dan moet toch erkend worden, dat Noorwegen meer dan één balk in de oogen heeft, en de Bijbelsche gelijkenis schijnt wel voor ons land vervaardigd te zijn."
»Komaan, laat zien," zei de geleerde. »Maar, ge moet weten, dat ik geen kenner ben en mij dus geheel en al op uwen smaak moet verlaten, mijnheer Benett." »Wij zullen dat wel samen vinden, mijnheer Hog." »Denkt gij?" »Voorzeker." »Komaan, vooruit dan maar, man, de keuze zal waarlijk moeielijk zijn."
»Luistert, kinderen," sprak hij. »Gaat naast mij zitten, en laten wij samen praten." Hulda en Joël Hansen namen naast Sylvius Hog plaats. Hij greep hun beider handen en keek hen vertrouwelijk aan. »Wat zoudt gij ons kunnen zeggen, mijnheer Sylvius?" vroeg Hulda, wier hart door droefheid overstelpt was. »Ja, Mijnheer, wat kunt gij ons te zeggen hebben?" vroeg Joël op zijne beurt.
Sylvius Hog werd door dat verhaal, waarnaar hij met de meeste aandacht geluisterd had, zeer bewogen. Hij wist thans alles. Hij had den laatsten brief gelezen, die de terugkomst van Ole Kamp aankondigde. En... Ole Kamp was niet teruggekomen! Welk een ongerustheid, welk een angst moest dat aan de familie Hansen veroorzaken.
»Ik heb ze in het Noorder Hotel onder dak gebracht." »Dat is wel het beste hotel van Christiania, mijnheer Hog." »Dat geloof ik ook, mijnheer Benett. Welnu, zij wachten mij thans daar, waar ik hen straks ga opzoeken. Zij zijn vreemd in de hoofdplaats." »Vreemd in de hoofdplaats, mijnheer Hog." »Ja, mijnheer Benett." »Zijn het dan.... de jongelieden van Dal?" »Goed geraden, mijnheer Benett!
Aan al die voordeelen paarde hij een onkreukbaar, vroolijk gemoed, een scherpzinnig en ontwikkeld verstand, eene geaardheid, die tot iedere edelmoedigheid, tot iedere toewijding in staat was. Sylvius Hog van Christiania.... die naam zeide genoeg. Want hij was niet alleen algemeen bekend, bemind en geëerd in de Noorweegsche hoofdstad, maar ook het geheele land door Noorwegen wel te verstaan.
Professor Sylvius Hog begon dadelijk allen op de hoogte van den toestand te brengen. Hij deelde hun mede, op welken datum den 3den Mei het loterijbriefje door Ole Kamp in zee was geworpen, en op welken datum den 3den Juni de Deensche gezagvoerder het opgevischt had. Hij vertelde hun, waar dat geschied was, namelijk: tweehonderd mijlen ten zuidwesten van IJsland.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek