Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 juli 2025


Het is waar, dat Hulda Hansen zich volgens zijn laatste aanwijzing in zijne plaats moest aanmelden en voor zijn persoon moest optreden. Sylvius Hog schudde het hoofd; want dat alles gaf niet veel. Hij herlas evenwel, bij het licht zijner kaars, de weinige regels, die op de rugzijde van het biljet geschreven waren, met de grootste aandacht, alsof hij daarin een verborgen zin wilde ontdekken.

Hulda was doodsbleek en zou geen woord hebben kunnen spreken, zoo bonsde haar hart van aandoening. Zij had de hand haars broeders gegrepen, die even aangedaan was als zij. Silvius Hog opende den brief en las hem voor.

Dat was eene omstandigheid, die alle hoop moest doen vervliegen, zelfs bij Sylvius Hog, die niet wanhopen wilde. Met eene aanwijzing, hoe onbepaald en nevelachtig ook, had men nasporingen kunnen ondernemen. Men had een vaartuig naar de plek van de ramp kunnen afzenden; misschien had men enkele herkenbare overblijfselen, wrakstukken ontdekt. En toch!

Nu was de kans van winnen nog enger begrensd. Zij lag thans tusschen de nummers 9670 en 9679; ze stond dus als één tegen tien. De spanning van de menigte was ten top gestegen. Sylvius Hog was opgesprongen, en had de hand van Hulda Hansen gegrepen. Aller blikken waren op het arme meisje gericht.

Dat daarvoor goede redenen bestonden, zal de lezer later wel merken. Omstreeks kwart voor tweeën, begon er eene zekere beweging onder de volksmenigte te ontstaan. De oorzaak daarvan was professor Sylvius Hog, die aan de buitendeur van het Universiteitsgebouw verscheen.

»Wat moet ik bedenken?" »Welke waarde vertegenwoordigt dat loterijbriefje?" »Ik moet erkennen weinig." »Een enkele gelukkige kans tegenover negenhonderd negen en negentig duizend negenhonderd negen en negentig andere." »Inderdaad, op een millioen slechts één gunstige kans!" »Dat is weinig, mijnheer Hog, zeer weinig...." »Gij hebt gelijk, het is zeer weinig!"

Ons drietal had een groot kwartier noodig, om het binnenplein der Universiteit door te worstelen, teneinde de groote zaal te kunnen bereiken en daar plaats te nemen op de stoelen, die door de zorgen van den professor voor hen bewaard waren. Eindelijk gelukte dat toch, hoewel niet zonder moeite, en weldra zat Sylvius Hog tusschen Hulda en Joël.

Het lieve kind verkeerde in volslagen wanhoop, en Sylvius Hog meende op te merken, dat zij meermalen rood bekreten oogen had, als zij hem des morgens zijn ontbijt bracht. »Wat zou er toch aan schelen?" vroeg hij zich dan ernstig af. »Is het een ramp, die men vreest en voor mij verbergt? Is het een familiegeheim, waarin een vreemdeling het recht niet heeft tusschenbeide te komen.

Sylvius Hog verliet Hulda's kamer en begaf zich naar Joël Hansen, dien hij met de wanhoop in het hart en het hoofd in de hand in de leeskamer vond zitten. De arme jongen toonde hem het nummer van het Morgenblad, dat hij zooeven gelezen had. Het telegram van den gezagvoerder der Telegraaf liet geen twijfel meer bestaan omtrent het vergaan van de Viken.

De paarden werden dan ook van de nabijzijnde wisselplaats tegen negen uur voorgebracht en door een der arbeiders van de gaard voor de kales gespannen. »Bij mijn volgend bezoek, waarde heer Helmboë," zei Sylvius Hog tot den pachter, »zal ik zes uren aan tafel blijven, als gij zulks mocht verlangen, dat beloof ik u."

Woord Van De Dag

estes

Anderen Op Zoek