Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juli 2025
Sylvius Hog nam den tijd niet meer om den brief ten einde te lezen. Hij ontvouwde het document en bekeek het.... Het was een loterijbriefje, dat het nummer 9672 voerde. Op de keerzijde daarvan stonden de navolgende regels, die, hoewel door het zeewater half uitgevlakt, toch nog te lezen waren »den 3den Mei. »Waardste Hulda!
Inderdaad Sylvius Hog durfde geen toespeling op het aanstaande huwelijk van Hulda met Ole Kamp meer maken? En toch herhaalde hij voortdurend en met een kracht, waarvan de overtuiging als het ware opgedrongen werd: »Neen! Het is niet mogelijk, dat Ole Kamp het huis van vrouw Hansen niet meer zou betreden! Neen, het is niet mogelijk dat Ole Kamp die lieve Hulda niet zou trouwen!
Zoo deed hij dus, en het departement van Marine te Kopenhagen stelde zich dadelijk met dat te Christiania in verbinding. Op dat tijdstip had men reeds bij laatstgenoemd departement de eerste brieven van professor Sylvius Hog ontvangen, die nauwkeurige berichten omtrent de Viken verzocht. Het was algemeen bekend, welk belang hij in de familie Hansen stelde.
»Gij weet, niet waar? dat ik, zonder de tijdige tusschenkomst van Joël en Hulda Hansen, een jammerlijk uiteinde in den waterval van den Rjukan gevonden zou hebben...." »Ja wel, mijnheer Hog." »Het is de vraag, of zelfs mijn lijk in die verschrikkelijke kolk weergevonden zoude zijn!" »Welk een ijselijke veronderstelling.... maar gelukkig...."
En professor Sylvius Hog zelf bezweek bijna tegenover die twee rampzalige wezens onder de taak, die hij zich had opgelegd, om hen een weinig hoop te doen blijven voeden. Hulda en Joël verlieten ten laatste den drempel van het woonhuis niet meer, om naar den kant van Moel of van den Rjukanfos te kijken.
»Zeker, mijn jongen; gij hebt goedgedaan met uwe zuster die tijding niet mee te deelen.... Kom, laten wij gaan ontbijten. Dat is het beste, wat wij doen kunnen." Een oogenblik later was ons drietal aan eene afzonderlijke tafel gezeten. En, in weerwil van de verpletterende tijding, die hij zooeven gelezen had, verorberde professor Sylvius Hog zijn ontbijt met grooten eetlust.
De man reikte een kolossale enveloppe over, die met een groot officieel lak gesloten was. Sylvius Hog nam den brief aan, maar aarzelde het zegel te verbreken. Hulda had de kracht niet meer om overeind te blijven zitten. Haar broeder ondersteunde haar op haren stoel. Geen van beiden durfde den professor aansporen den brief te openen.
Ik meen toch...." Hij ging niet verder. Sylvius Hog wees naar Hulda en beduidde den broeder met een gebaar, dat hij zoo spoedig mogelijk bij zijne zuster terug moest zijn. Op dit oogenblik werd een geluid, nog slechts weinig hoorbaar, op den weg naar Moel vernomen. Allen luisterden met inspanning.
Kom, geef mij een zoen, kleine Hulda! En gij een flinken handdruk, mijn wakkere jongen. En dan ga ik aan mijn vriend Help Junior te Bergen schrijven." Broeder en zuster verlieten de kamer gelijkvloers, die de professor voor eenigen tijd wilde huren, en gingen weer aan hunne bezigheden met een eenigszins verlicht gemoed en een weinig hoop in het hart. Sylvius Hog bevond zich toen alleen.
Zij maakten dus voort en dwaalden verder de stad in, die hen zonder einde scheen. Heimelijk hoopten zij professor Sylvius Hog op hunne wandeling te ontmoeten. Dit gebeurde evenwel niet. Wel drong nu en dan een volzin tot hen door, die aanduidde, dat zijne terugkomst te Christiania voor het publiek niet verborgen was gebleven.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek