United States or Uganda ? Vote for the TOP Country of the Week !


»Dat weet ik, Hod, maar 'k ben bang voor den nacht. Wil je daarom toch vertrekken, ga dan niet ver. Over een uur is het al pikdonker en je zoudt misschien moeielijk het kamp kunnen weervinden." »Wees gerust, Banks. 't Is pas zeven uren, en 'k vraag mijn kolonel slechts een permissie tot tien uren."

»Neen, door den bliksem getroffen, die zijn geweer in de hand verbrijzeld heeft," antwoordde kapitein Hod, »en alleen aan het linkerbeen verlamd!" »God zij geloofd!" zei kolonel Munro. »Dank, Banks!" voegde de kapitein er bij. »Zonder je gefluit, zouden we het kamp nooit hebben kunnen terugvinden!" »Op marsch!" riep Banks, »op marsch!"

Kapitein Hod gaf luide zijne verrukking te kennen. »Een rollend huis!" riep hij uit, »een huis dat tegelijk een rijtuig en een stoomboot is. De vleugels ontbreken er nog maar aan om zich in een vliegtoestel te herscheppen en de ruimte te doorklieven!" »Dat zal den een of anderen dag ook nog wel eens gebeuren, vriend Hod," antwoordde de ingenieur ernstig.

De ingenieur bracht hem tot bedaren; daarna, op ernstiger toon zich tot sir Edward Munro wendende, zeide hij: »Edward, als ik een rollend huis ter uwer beschikking stel, als ik over een maand, zoodra het seizoen er geschikt toe is, je kom zeggen: Daar is je kamer, die zich zal verplaatsen en gaan zal waarheen je wilt, daar zijn je vrienden, Maucler, kapitein Hod en ik, die niets liever willen dan je vergezellen op een tocht door het noorden van Indië, zal je me dan antwoorden: Laten we vertrekken, Banks, laten we vertrekken, en dat de God der reizigers ons bescherme!"

Allen waren zijne meening toegedaan, dezen omdat zij werkelijk rust noodig hadden, anderen omdat zij eindelijk toch eens een dier wenschten te ontmoeten, dat een geweerschot van een Anderson of van een Gérard waardig was. Men raadt wie deze laatsten waren. »Fox, Goûmi, 't is pas zeven uren!" riep kapitein Hod. »Een toertje in het bosch, voordat het nog geheel donker is!

Ons voornemen was zesendertig uren op deze plaats te vertoeven, namelijk twee nachten en een dag, want de plek bood veel bezienswaardigs aan, zooals ik reeds vroeger gezegd heb. Den volgenden dag begaven Banks, kapitein Hod en ik te vier uur 's morgens, teneinde de middaghitte te vermijden, na afscheid van kolonel Munro genomen te hebben, zich naar Gaya.

Ben je van de partij, Maucler?" »Mijn waarde Hod," zei Banks, alvorens ik had kunnen antwoorden, »je moest je waarlijk niet van het kamp verwijderen. De lucht voorspelt niet veel goeds. Als de storm losbarst, zal je moeielijk het kamp kunnen bereiken. Morgen, als we ons kamp blijven betrekken, kan je gaan...." »Morgen, is het licht," antwoordde Hod, »en juist nu is het oogenblik gunstig!"

Het uur van vertrek had geslagen. De stoom had de noodige drukking, de machine stond gereed om dienst te doen. De machinist was op zijn post, met de hand op den regulateur. De gewone stoomfluit deed zich hooren. »Vooruit!" riep kapitein Hod, zijn hoed zwaaiende. »IJzeren Reus, vooruit!"

Sir Edward Munro wachtte blijkbaar met ongeduld op de terugkomst van den sergeant Mac Neil. Het diner ging dus vrij vervelend voorbij. Kapitein Hod keek Banks aan, om hem stilzwijgend te vragen wat er toch aan scheelde, maar Banks wist het evenmin als hij.

Men kwam overeen dien afstand met zeer gematigde snelheid af te leggen in zes dagen. Men kon dan halt houden, als de streek ons beviel, terwijl de jagers dan tijd zouden hebben hunne heldendaden te verrichten. Kapitein Hod en de oppasser Fox, aan wie Goûmi zich gaarne aansloot, zouden dan gemakkelijk het veld kunnen ontdekken, terwijl de IJzeren Reus gelijken tred met hen zou houden.