Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 oktober 2025
Eenige minuten luisterden wij niet zonder eenig ongeduld of zich ook een geweerschot deed hooren, doch te vergeefs en de twee jagers kwamen met ledige handen terug. »Verdwenen! gevlogen!" riep kapitein Hod uit, »en zelfs geen spoor van bloed op den grond!"
Noch kapitein Hod, noch Fox waren in de gelegenheid eenig dier te schieten. Het was verdrietig en zonderling genoeg om de vraag te wettigen of de verschijning van den IJzeren Reus de vreeselijke roofdieren dezer streken niet op een afstand hield.
Dezen regel bleven kapitein Hod en zijn getrouwe Fox niet in gebreke op zichzelven toe te passen en hun vuurhaard, ik meen hun maag, die een groote verwarmingsoppervlakte aanbood, was steeds voorzien van de stikstofrijke brandstof, onmisbaar om de menschelijke machine goed en lang te laten loopen. Dezen keer moest de halt langer duren.
Werkelijk was die olifant van plaatijzer en hield inwendig een weglocomotief verborgen, en wat den trein, het »Stoomhuis" betreft, om de benaming te gebruiken, die hem toekomt, het was de door den ingenieur beloofde rollende woning. De eerste wagen of liever het eerste huis, diende tot woning voor kolonel Munro, kapitein Hod, Banks en mij.
»Goed gesproken!" riep kapitein Hod uit. »Zeg daar eens wat tegen, als je kunt, Banks! Wat zegt u er van, kolonel?" De kolonel tot wien kapitein Hod zich wendde, knikte even met het hoofd, en vergenoegde zich met te zeggen: »'k Zou wel eens willen weten wat Banks er den heer Maucler, onzen gast, op zou kunnen antwoorden."
Wij begaven ons dus langs het strand van den Phalgou naar het kamp terug. Het ontbijt vereenigde ons allen aan tafel en het overige van dien dag, die buitengewoon warm geweest was, ging zonder bijzondere toevallen voorbij. Kapitein Hod doorkruiste tegen den avond de omringende vlakte en bracht eenig klein wild mede.
»Welnu, volg dan den Great Trunk road," antwoordde de ingenieur. »Volg hem, Hod, en ga te voet!" »Dat denk ik ook stellig te doen!" »Wanneer?" »Zoodra mijn kolonel er in toestemt een wandelingetje door het schiereiland met me te maken van een acht of negen honderd mijlen!"
Je gaat toch mede, Maucler?" vroeg kapitein Hod, zich tot mij wendende. »Ja zeker." »En gij, Banks?" »Ik ook," antwoordde de ingenieur, »en 'k denk dat Munro zich bij u zal voegen, zooals ik het doen zal... als liefhebber!" »Nu, mij wel!" antwoordde kapitein Hod, »als liefhebbers, maar dan toch als goed gewapende liefhebbers! Men kan daar moeilijk gaan wandelen met een rotting in de hand!
»De gewone katten tijgers worden, als er katten waren, niet waar, Hod?" »Nu, dat zou nog zoo kwaad niet zijn, Banks! Maar, zie, daar storten mijn kasteelen aan den Rijn in, daar zakt de stad ineen en we komen tot de werkelijkheid terug, een eenvoudig landschap van het koninkrijk Oude, dat zelfs de wilde dieren niet meer willen bewonen!"
»'k Zie er de noodzakelijkheid niet van in," antwoordde kapitein Hod, die het zwak had voor de Hindoes, hunne zeden, vooroordeelen, gewoonten en de voorwerpen hunner vereering, de verdraagzaamheid te gevoelen, die zijne landgenooten hun met alle recht verleenen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek