Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 oktober 2025
»'k Heb slechts eene vrees!" zei kapitein Hod, »dat de maharajah onzen IJzeren Reus zal willen koopen en er ons zulk een buitensporigen prijs voor biedt, dat we wel verplicht zijn hem aan zijn Hoogheid te verkoopen!"
»Neen, 't loopt ons allemaal tegen," riep kapitein Hod uit, »en zie je, geluk moet er bij zijn!" »Maar volharding ook," antwoordde ik. »Kom aan, kapitein, laten we afspreken, dat we niet met ledige handen zullen thuiskomen! Vindt u dat goed?" »Of ik dat goed vind!" riep Hod uit. »Een man een man, een woord een woord!" »Afgesproken."
Toen ik Banks en kapitein Hod den inhoud van dit gesprek mededeelde, waren beiden het er over eens, dat het reisplan niet mocht en kon veranderd worden.
»Die onnozelen!" riep op zijn beurt kapitein Hod. »Zij houden ons voertuig voor de kar van Jaggernaut! Zij willen zich onder de pooten van den heiligen olifant laten verpletteren!" Op een teeken van Banks, sloot de machinist den stoom af. De bedevaartgangers, dwars over den weg uitgestrekt, schenen besloten niet op te staan.
»Oneindig sterker!" antwoordde Banks. »Niet een van uw lieden," zei toen kapitein Hod, wien dit gesprek bijzonder hinderde, »niet een van uw lieden is in staat dien olifant een poot te doen verzetten, als hij 't niet wilde." »U zegt?"..... zei de prins.
Als ik er eenig verdriet van heb, dan is dat minder voor mij, dan wel voor u!.... We zullen onze schade trouwens inhalen in de bergen van Népaul!" »Ja," zei kapitein Hod, »daar op de eerste hellingen van het Himalaya-gebergte zullen de omstandigheden beter voor ons zijn.
Hij keek ons ook aan. Zijn kattenoog schitterde in het halfdonker. Zijn staart zweepte koortsachtig den grond. Hij dook ineen als om ons te bespringen. Hod had niets van zijn koelbloedigheid verloren en hield steeds de tromp van zijn geweer op het dier gevestigd, terwijl hij op een toon, die moeielijk was weer te geven, mompelde: »No. zes! Een tijger te vernietigen met hagel no. zes!
»Een tchîta! een tchîta!" riep de machinist. Op dezen kreet snelde kapitein Hod naar het voorste balkon en greep een geweer, dat daar altijd gereed stond. »Een tchîta!" riep hij op zijn beurt. »Schiet hem dan toch!" schreeuwde ik. »'k Heb den tijd!" antwoordde kapitein Hod, die zich vergenoegde met op het dier aan te leggen.
Blijkbaar had de een of andere gedachte, die wij eerst later zullen leeren kennen en niet de eenvoudige begeerte zich niet van ons te scheiden, den kolonel Munro overgehaald zich bij deze expeditie in Noord-Indië aan te sluiten. Banks en kapitein Hod deelden mijne zienswijze ten dezen opzichte.
De regulateur werd geheel geopend, dikke rookkolommen ontsnapten slag op slag uit den snuit, de ontremde wielen draaiden langzaam rond en sloegen in den macadamweg, met dat gevolg dat de drie olifanten, niettegenstaande hun hardnekkigen wederstand, achteruitgesleept werden, diepe gaten in den grond borende. »Vooruit! vooruit!" gilde kapitein Hod het uit.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek