Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juli 2025


Hier en daar worden tenten opgeslagen, hier en daar ziet men uitgespannen karren, hier en daar hutten van takken, die tot voorloopige woning van al die menschen dienen. »Welk een gedrang!" zei kapitein Hod. »Het water van den Phalgou zal van avond niet lekker zijn!" deed Banks opmerken. »En waarom niet?" vroeg ik.

»Spreek me toch niet van je wagens met bultossen bespannen!" riep Banks uit. »Als wij er niet voor gezorgd hadden, behielp je je nog altijd met die primitieve voertuigen, die men in Europa voor vijfhonderd jaren al afgeschaft heeft!" »Nu, Banks," antwoordde kapitein Hod, »die zijn licht zoo goed als je met kussens voorziene waggons en je Cramptons!

Den volgenden dag, den 26n Juni, werd ik bij het aanbreken van den dageraad door het geluid van bekende stemmen gewekt. Ik stond dadelijk op. Kapitein Hod en zijn oppasser Fox hadden een druk gesprek in de eetzaal van het Stoomhuis. Ik voegde mij dadelijk bij hen.

Het bleek, dat kapitein Hod en Matthias van Guitt wel eenige moeite zouden hebben elkander te verstaan. »Maar," vroeg ik den leverancier, »hoe doet u om deze dieren uit den val te halen?"

Het was de afkondiging, nu reeds meer dan twee maanden oud, die een prijs stelde op het hoofd van den nabob Nana Sahib en zijne tegenwoordigheid in het presidentschap van Bombay bekend maakte. Banks en Hod maakten onwillekeurig een gebaar van teleurstelling. Tot nog toe was het hun gelukt zoowel te Calcutta als onder de reis, te beletten dat deze afkondiging onder de oogen van den kolonel kwam.

»Ga je gang, mijn waarde Hod," antwoordde Sir Edward Munro, »maar denk aan 't geen Banks je gezegd heeft." »Ja, kolonel." Kapitein Hod, Fox en Goûmi, met uitmuntende jachtkarabijnen gewapend, verlieten het kamp en verdwenen onder de hooge vijgeboomen, die aan de rechterzijde van den weg stonden. Ik was zoo vermoeid van de warmte en de vermoeienissen van den dag, dat ik liever thuis bleef.

»Zelfs de koortsen, de cholera, de pest niet, die hij in endemischen toestand onderhoudt!" riep kapitein Hod uit. »Het is waar, dat de tijgers en de krokodillen, waarvan het in de Sunderbunds krioelt, er niet te slechter om varen. Integendeel?

Als je dat ziet, Maucler, zullen de wonderen van de vallei van den Ganges je niet berouwen!" »'k Zal in uw gezelschap nergens berouw over hebben, mijn waarde kapitein," antwoordde ik. »En toch," zeide Banks, »zijn er in het noordwesten nog andere zeer belangrijke steden, Delhi, Agra, Lahore." »Wel, vriend Banks," riep Hod uit, »wie heeft ooit iets bijzonders gehoord van die ellendige gehuchten!"

Nog een half uur lang bleef de trein denzelfden afstand bewaren. Uit vreeze al te hard ergens tegen aan te stooten, gaf Banks hem slechts de noodige snelheid om niet door het vuur bereikt te worden. Van de veranda waar kolonel Munro, Hod en ik plaats genomen hadden, zagen wij bij het licht door den brand en den bliksem verspreid, groote schaduwen voorbijgaan. Het waren eindelijk roofdieren!

»Ja, steek aan, Kâlouth!" riep kapitein Hod. »En stook op, Kâlouth, laat onzen olifant zijn rook en stoom in het gelaat van al die pelgrims spuwen!" Het was toen drie en een half uur 's morgens. Hoogstens over een half uur, kon de machine de noodige drukking hebben.

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek