Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 mei 2025
Wij weten precies waaraan wij ons te houden hebben, en gelooven geen woord van alles wat gij zegt." De hoofdman wendde zijn gelaat ter zijde en zweeg. In zijn plaats nam nu de krijgsman, dien Hobble-Frank bij de schuilplaats neergeslagen had, het woord: "De bleekgezichten zijn thans vijanden van de Utahs."
Dientengevolge bereikten de jagers hun tent, zonder dat iemand op hen lette. Daarachter lagen hun wapenen, en daar stond ook Hobble-Frank met de paarden. "Vlug te paard en voort!" gebood Old Shatterhand. "Praten kunnen wij naderhand." In een ommezien zaten zij alle vier te paard, en reden weg, eerst langzaam en achter de tenten en hutten heen.
Aan de overzijde stond Old Shatterhand met zijn opgeheven Henry-karabijn, en naast hem zat Hobble-Frank neergeknield, zoodat Davy en Jemmy over hem heen konden schieten. De Roodhuiden hadden op de aanmaning van Old Shatterhand niet dadelijk de wapenen nedergelegd, en daarom waren de schoten gevallen. Vijf doode Utahs lagen op den grond.
Er was zóóveel te vertellen, aan te hooren, en te luisteren. Hobble-Frank was, natuurlijk in de duisternis, naast zijn vriend en neef komen liggen. Vroeger was hij niet van den dikken Jemmy af te slaan geweest, en, in weerwil van alle aanhoudend gekibbel, met hem één hart en één ziel gebleven, maar sedert hij den Altenburger gevonden had, was dat anders geworden.
Op den gelukkigen afloop van dit avontuur was niemand met meer recht trotsch, dan Droll en Hobble-Frank, aan wier verstandig doortasten men dezen uitslag, althans de snelheid er van, te danken had. Zij reden achter de gevangenen naast elkander. Toen zij het kamp uit waren, liet Droll zijn eigenaardig, listig-vermakelijk lachje hooren, en zei: "Hihihihi, wat een vreugde voor mijn oude ziel!
Hobble-Frank was uit eigen beweging met hem meegegaan, om met hem nog eens goed over het dierbare geboorteland te kunnen praten. Zij zaten, natuurlijk voorzien van al hun wapenen, in diepe duisternis, en luisterden van tijd tot tijd, of zij wellicht in de rotsspleet iets zouden hooren.
Dit werd het eerst afgebroken door den naast Old Shatterhand rijdenden Hobble-Frank, die in zijn moedertaal de vraag tot zijn nevenman richtte: "Dus zullen wij te Elkfork moeten overnachten? Hoe ver is dat dan eigenlijk nog hier vandaan?" "Wij zullen tegen den avond aan dat water aankomen," antwoordde de gevraagde. "Tegen den avond pas? O wee! Wie kan dat uithouden!
"Heb ik misschien iets te veel gezegd?" vroeg Hobble-Frank op een toon van bezorgdheid. "Volstrekt niet," antwoordde Old Shatterhand. "Het is heel goed, dat hun krijgsmanstrots eens buigen moet, zelfs voor zulk een klein kereltje als gij zijt.
Hobble-Frank, die nu naast Jemmy en Davy reed, zag al die fratsen, en zei op een toon van bezorgdheid: "Heerejéminie! Wat zal ons nu overkomen? Is hij ineens krankzinnig geworden? Hij doet precies als iemand, die Bellamadonna gedronken heeft!" "Belladonna, wilt gij zeggen," verbeterde Jemmy. "Zwijg!" gebood de kleine. "Belladonna beduidt niemendal. Het heet Bellamadonna.
Nu zijn wij beiden gered, en kunnen wij voor de onzen meer doen, dan wanneer wij ons óók gevangen hadden laten nemen." "Daar hebt gij gelijk in, neef! daar hebt gij gelijk in. Nu is er een zware steen van mijn hart gevallen. Zou er ooit van den wereldberoemden Hobble-Frank gezegd kunnen worden, dat hij het hazenpad heeft gekozen, terwijl zijn kameraden zich in levensgevaar bevonden?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek