United States or Palestine ? Vote for the TOP Country of the Week !


Als ik zonder je kom, is de prins natuurlijk boos en durf ik....." Op eens hield Hilda's vader op. Bleek van schrik riep hij: "O, o, daar komt het rijtuig al aan. Nu is het te laat!" Toen Hilda zag, hoe bedroefd en verlegen haar vader was, kreeg ze toch erg berouw over hare zorgeloosheid. Schreiende viel ze hare peettante om den hals en knikte: "Och, lieve peettante, help mij toch!

", dat is gebeurd," dacht Hilda tevreden, "nu ben ik er voor goed af." Op het bal was het prachtig! En pas had Hilda den voet in de danszaal gezet, of ze werd ook al ten dans gevraagd. En na dien eersten dans danste ze weer en nog eens weer. Ieder vond haar lief en mooi, ieder noemde haar de koningin van 't bal. Wat klopte Hilda's hartje van plezier!

Toen ze al geen jongejuffrouw meer heette, maar eene jonge dame, stoorde ze zich nog net zoo min aan de klok. Hilda's vader was rijk: hij hield paard en rijtuig. Hilda ging dus bijna elken dag uit rijden. Nu, dat was een verdriet voor den koetsier en voor de paarden ook. Want och, wat moesten die altijd lang voor de deur op ons juffertje wachten, zelfs bij slecht weer!

Het heerlijk mooi boek van Mevrouw Goekoop genoot ik in zijn geheel en wel drie keeren. Ik ben er niet moe van geworden het boek wordt mij bij elke herlezing juist des te liever. Wat zou ik er voor willen geven om in Hilda's tijd meê te mogen en te kunnen leven. O! waren wij in Indië maar al zoo ver, dat een boek zulk een geweldigen storm kon veroorzaken, als Hilda van Suylenburg het deed en nog steeds doet in uw land! Ik zou dan niet rusten, voor H.v.S. in mijn taal verscheen om in de Inlandsche wereld goed en desnoods kwaad te doen. Onverschillig, goed of kwaad, als het maar indruk maakt, is 't goed, want het is een bewijs, dat men niet meer slaapt. Java is nog in diepen sluimer. En hoe wil ik toch, dat wij wakker zijn, als zij die ons tot voorbeeld moesten zijn, de rust, den slaap zelf nog liefhebben? Een feit is het, dat het meerendeel der Europeesche vrouwen (ik spreek hier niet van de Hollandsche vrouwen, die hier zijn) in Indië weinig of niets geeft om het werken en streven harer blanke zusters in het Vaderland. En de jongste gebeurtenis in de Hollandsche vrouwenwereld heeft dit feit bevestigd. Werd niet door de Ned.-Indische dames kranig (!!!) deelgenomen aan de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid in Nederland? Wij ook hadden eene uitnoodiging gekregen om mede daaraan te werken, hetgeen we volgaarne aannamen. Het grootsche vrouwenwerk had mijn gansche sympathie, wij gloeiden voor de goede zaak, voor het edele streven der moedige vrouwen in uw land, en waren in-gelukkig, dat we een zaadkorreltje konden, mochten bijdragen tot het vormen van den reuzenberg, die den vrouwen, blank en ook bruin, z

Al bracht je het ook naar 't andere eindje van de wereld, toch zou het zijne stem laten hooren over landen en zeeën heen. 't Zou toch nooit ophouden je te waarschuwen op tijd te doen, wat je doen moet!" Toen nam de fee het horloge en hing het weer om Hilda's hals. Hilda's oogen stonden vol tranen, en beschaamd boog ze het hoofd.

Neen, voor zichzelf wist ze niets, maar haar vader wou den prins zoo graag eens spreken over eene gewichtige zaak. Als de prins later eens een half uurtje tijd had, dan.... "O, als 't anders niet is," riep de prins lachende, "graag, hoor! En wel dadelijk ook!" Zoo ging Hilda's vader dan met den prins naar eene andere kamer, waar ze rustig konden praten. 't Gesprek duurde heel lang.

"Mij dunkt, lieve kind," zei de fee lachende, terwijl ze den ketting om Hilda's hals hing, "een beter present kan ik je wel niet geven. 'k Hoop, dat dit dingetje, zoo klein als het is, toch wijzer zal wezen dan zeker iemand en haar leeren zal beter op haar tijd te passen. En maak nu maar gauw, dat je in 't rijtuig komt. Veel plezier, kind!"

De prins ontving Hilda en haar vader heel vriendelijk. Hij was blij, dat ze gekomen waren, én hij hoopte toch, dat Hilda hem het plezier zou doen, dien avond eens te zingen. Hij had al zooveel van hare mooie stem gehoord! "Dat is een goed begin," dacht Hilda's vader, en hij wreef zich de handen van plezier over de vriendelijkheid van den prins.

En toen kwam er nog een prettig praatuurtje. De tijd vloog om: 't was al bijna vijf uur, eer Hilda er om dacht. Daar op eens hoorden ze harde stappen in de gang. De kamerdeur vliegt open en Hilda's vader komt haastig binnen. Nog met den deurknop in de hand roept hij: "Dag, kind! Hier ben ik terug van de reis. Klaar, om mee te gaan?"

Tik, tik, tik, tik ... ging het nog harder in den vestjeszak, en toen Hilda's vader even op de stoep van den winkel ging staan, om een' vriend te groeten, die juist voorbij ging, riep het horloge uit de verte toch nog met eene zware stem: "tak, tak, tak, tak!" Dat was nu toch wel wat heel erg. De menschen op straat bleven staan om te luisteren, waar toch dat geluid vandaan kwam.