Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 mei 2025
De rechters zijn God op de wereld, want zij zijn Gerechtigheid. Lees het papier! Lees het papier! riepen de mannen en vrouwlieden snikkend. Nele is moedig en braaf! Katelijne is geene tooveres. En de griffier las: "Aan Hilbert, zoon van Willem Rijnvisch, schildknaap, Joost Damman, schildknaap, Heil!
't Zag ... 't Zag, dat Hilbert zijn daagsche pak uittrok, en 't Zondagsche wilde aanschieten. Op dat oogenblik liep het haastig de gelagkamer in door niemand bemerkt en voor Hilbert begrijpen kon, wat er gebeurde, sprak het een spreuk, en jas, broek en vest vlogen de deur uit, of ze vleugelen hadden ....
Zijn kleine handjes balde hij tot vuisten, en dreigend schudde hij ze. "Dat zal ik je betaald zetten, boer," zeide hij ten laatste. Hilbert schaterde het uit. "Probeer 't maar, kleine kleuter, als je kunt." Niemand van de overige kabouters, die 't veel te druk hadden met zang en dans, bemerkte, wat er was geschied.
Geef mij een mes, riep hij, dat ik al dien gemeenen boeren en burgers de les spelle: ik ben een edelman en nooit sloeg men mij in het gezicht. Water! laat mij slapen, ik ben onschuldig. Ik ben het niet, die de zevenhonderd karolussen stal: 't is Hilbert. Drinken! Nooit bedreef ik tooverij of bezwering. Ik ben onschuldig, laat mij gaan. Drinken!
In der waarheid heeft zij gemoord noch gestolen, noch heeft zij personen of hunlieder beestiaal mishand; ook heeft zij geenerlei zieken met buitengemeene middelen genezen, maar enkellijk met gekende geneeskruiden; doch zij heeft heure dochter willen overleveren aan den duivel, en als deze in heur jeugdigen ouderdom niet met zooveel dapperheid wederstaan had, dan had zij toegegeven aan Hilbert en ware zij, als de tweede beschuldigde, insgelijks tooveres geworden.
Nele had tot Katelijne gezeid: Hans, uw lieveling, vraagt een afgesneden hand van Hilbert: dezen avond zal hij schreeuwen als de nachtuil, in onze hut komen en u de zevenhonderd karolusgulden brengen. Katelijne had geantwoord: De hand zal ik afsnijden. En, inderdaad, zij nam een mes en ging heen, vergezelschapt door Nele en gevolgd door de officieren van justitie.
Ze klommen bij tientallen op zijn knieën en keken begeerig naar den kostelijken drank. "Da's klare jenever," zeide Hilbert, "en nou wil ik dat onder jullie allemaal verdeelen. Daar hoeft niets van over te blijven. Elk krijgt zijn deel, de een niet meer dan de ander, en nu opgepast!"
Zij beiden zijn het, die het goed van den keizer hebben gestolen. Vrouwe, hebt gij niets te zeggen tot uwe verdediging? Katelijne keek naar Joost Damman en zeide met liefde: 't Is het uur van den nachtuil! Hans, mijn welbeminde, ik heb de hand van Hilbert. Zij zeggen, dat gij de zevenhonderd karolussen zult teruggeven. ... Doet het vuur weg, doet het vuur weg! kermde zij vervolgens.
Als hij ze dan pakken wilde, vlogen ze weg, en dan hoorde Hilbert ergens dichtbij hem een honenden lach ... van den kleinen kabouter, die tegen zijn beenen leunde. Bij Japikje's huis hielden zij stil. Hijgende rende Hilbert erheen. Het was zijn laatste kans. De kleeren konden niet verder, meende hij. Haastig keek hij op zijn horloge. Het was op slag van twaalven. Hij zag door 't venster.
De oudste der kabouters, die den langsten baard droeg, en 't grootste pijpje in den mond geklemd hield, grijnsde zoo, dat de pijp hem bijna uit den mond viel, en klapte in de handen. De overigen volgden zijn voorbeeld, en aangemoedigd door zijn vriendelijkheid, ging Hilbert bij hen in de kuil zitten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek