Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 mei 2025
Toen zij bij den akker van Servaas Vander Vichte, op den dijk, gekomen waren, ging Katelijne naar het midden: daar wees zij naar de meersch, die op heure rechterhand lag en sprak: Hansken, gij wist niet dat ik daar huiverend verborgen was bij 't wapengekletter. En Hilbert schreeuwde: Dit ijzer is koud. Hilbert is leelijk. Hans is schoon. Gij zult zijne hand hebben, laat mij alleen!
Het had zijn kopje boven den kuil gestoken, waarin het zich verstopt had eerst kwam 't voorhoofd met diepe rimpels, toen de glinsterende, graag-kijkende oogen, toen de snuffelende neus, en eindelijk de mond. Ook hij stak zijn tong uit, echter niet, omdat hij nog wat wilde likkebaarden, doch omdat hij van de kostelijke gave verstoken werd. Hij zag, dat de flesch bij Hilbert lag.
Heeft Hilbert die tooveres geld ontfutseld, want tooveres is zij, die belijdt met den duivel te hebben geslapen zoo deed hij het met de algeheele toestemming van die boerin en werd hij, edelman, om zijne kussen betaald, gelijk zulks telkendage gebeurt met de meidekens van pleizier. Zijn er geene mannen, die, als de loddegen, de vrouwen hunne kracht en hunne schoonheid met geld doen betalen?
Van de andere zijde kwam Japikje, en ook zij dacht aan niets. Toen ontmoetten zij elkander, en beiden dachten ongeveer hetzelfde. Hilbert peinsde: "Dat is een aardig wicht, om een poossien mee te vrijen." En Japikje dacht: "Dat is een aardige vent, en vroeg hij me maar, om een poossien te vrijen."
Vóór Hilbert eigenlijk goed begreep, dat Japikje in zijn armen had gerust, drong het fel-gewapende licht van den dag op tegen den zwarten burcht aan den horizon, en 't heir der zonnestralen deed er zijn glorieuse binnenkomste, terwijl zes hanen tegelijkertijd de blijde overwinning bazuinden. Woorden had Hilbert niet veel. Hij keek Japikje aan, en vroeg: "We mosten mit menner wat eten."
Wees dus voorzichtiger dan Hilbert, als ge uw Japikje op tijd wilt krijgen; en trek uw Zondagsche pak aan. Het is de moraal van deze historie, en een andere moraal is er niet te vinden. Het Vrouwenzand Een paleis van prinsen, hertogen en koningen is geweest in de stad Stavoren, en de deuren der burgerhuizen waren van zuiver goud.
De volkshumor is deze belangwekkende lezing geestiger gaan maken, en dus tijgt Hilbert ter vrijage met een stuk "schinken" in de eene, en een flesch jenever in den anderen zak. Telkens neemt hij een beet en een slok, wat tengevolge heeft, dat de drank al flink is aangesproken, wanneer hij bij de kabouters aankomt.
Zijn vriend Lammert was meegegaan, omdat hij in 't Noorden ook eens de wichten wilde zien, en hun gemeenschappelijk avontuur verbroederde hen. Ze liepen tot aan de boerderij. Alles was donker. Hilbert kuchte, floot, Lammert klopte tegen 't venster. 't Was zoo stil, als stonden ze voor een onbewoond huis. Lammert krabde zich 't hoofd.
"Blijf vanmiddag bij ons," stelde 't oudste kabouterke voor, "dan heb je nog tijd genoeg, om bij het wicht te komen." "Jawel," zei Hilbert, "'t is ook wel heel mooi bij jullie, maar ik moet me nog verkleeden, want ik heb mijn daagsche pak aan." "Kom, kom je zult er geen berouw van hebben." Hilbert vond 't aardig goedje, en hij wou 't tot goed vriend houden.
't was in de Mei dat Hilbert zich weder op weg begaf, naar Japikje toe, in het Noorden van het veld. Hoe Hilbert gekleed was? Niet op zijn piekfijnst! In zijn daagsche plunje. Zijn Zondagsche pak droeg hij over den arm, want dat wilde hij eerst aantrekken, als hij Japikje's huis zou naderen, want 't stoof leelijk op het witte land, en zóó kwam hij er des te beter aan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek