Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 november 2025
Toen hielp hij heur in den wagen en deed hij ze naast hem zitten; hij nam heure huik van den schouderen, en heur honderd kussen gevend, sprak hij: Waar gingt ge heen, liefste? Zij antwoordde niet, doch scheen heel vervoerd en begeesterd. En Uilenspiegel, vervoerd als zij, zegde tot haar: Ik heb u zoo geerne naast mij. De wilde roze heeft niet de zachte tint uwer donzige huid.
Eén stuiver daags zult gij krijgen, sprak Uilenspiegel, want gij zult de dienaresse dezer vier schoone deernen wezen. Gij zult heure rokken, kleeren en hemden wasschen. Ik, Heere God? riep zij. Uilenspiegel antwoordde: Lang genoeg hebt gij heure meesteresse gespeeld, lang genoeg hebt gij rijkelijk geleefd op heur lijf, terwijl gij ze in armoede en ontbering liet sukkelen.
Treslong ondervroeg hen, en steeds antwoordden zij: Niets! En Lamme, bleek en afgemat, zuchtte jammerlijk. En Nele zei hem: Hoe komt het, Lamme, dat gij zoo treurig gestemd zijt? En Uilenspiegel zei hem: Gij wordt mager, mijn jongen. ja, zeide Lamme, ik ben treurig en mager. Mijn hert verliest zijne vroolijkheid, en mijn goede tronie heure frischheid.
Op die rede lachten de meidekens opnieuw en stak Stevenijne heure scherpe tanden weer uit. Maar ze ging toch naar de keuken en naar den kelder, en ze kwam terug met hesp, met worsten, met pannekoeken van zwarte pensen en met klinkaards: dat zijn glazen met een voet, aldus geheeten omdat zij klinken lijk de beiaard, als men ze tegeneen stoot.
Op heur voorhoofd, heure kaken, in heuren hals zag zij bloedende schrammen, gelijk krabben van nagels. Nele, vroeg Soetkin heur kussend, van waar komen die, schrammen? Steeds bevend en zuchtend, sprak het meisje: Doe ons niet verbranden, Soetkin. Doch Uilenspiegel werd wakker en wreef zich de oogen, verblind als hij was door de klaarte der keers. Soetkin vroeg: Wie is beneden?
Ik antwoordde dat ik geen man wilde, hij mocht schoon zijn of leelijk. Zij deed mij opblijven om hen te verbeiden; want zij is dan geenszins van heure zinnen, als 't minnarijen geldt. Wij waren half ontkleed, gereed om te gaan slapen; ik sliep op genen stoel. Toen zij binnenkwamen, werd ik niet wakker. Plotseling voelde ik iemand die mij omhelsde, mij in mijnen hals kuste.
Ziet, zeide Joost, terwijl hij zijn blanke voeten liet zien: zijn dat gespleten klauwen, zijn dat duivelspooten? Wat mijne bleekheid betreft, is niemand uwer zoo bleek als ik ben? Ik zie er meer dan drie onder ulieden. Maar die zondigde was niet ik, doch die leelijke tooveres en heure dochter, de boosaardige aanbrengster.
Zij zwiepte den bles en haar beest vlood met haar weg tusschen het brandende goud van het koren en in den gouden brand van de zon. Heure haren golfden, hare witte voile golfde, hare amazone golfde. De boeren in het veld zagen haar verbaasd achterna. Tusschen aanplanten van hakhout en langs heidevelden ijlde zij verder.
Ik zal blijven, zei Joost Damman, en mij vermaken met die tooveres te zien lijden op heure bank. Hoe vindt gij 't huwelijksbed, nichtje? En zuchtend antwoordde Katelijne: Koud van armen en warm van hert, Hans, mijn welbeminde. Ik heb dorst, mijn hoofd brandt! En gij, vrouwe, sprak de baljuw, hebt gij niets meer te zeggen? Ik hoor, zeide zij, de kar van den Dood en een dof gerammel van beenderen.
Ik zat bij mijn zwarten heer, toen de grijze duivel met bloedend gelaat bij ons kwam en sprak: Kom mede, kameraad, het deugt hier niet; de mannen willen ons doodslaan en de vrouwen hebben messen aan heure vingeren. Daarop sprongen zij te peerd en verdwenen zij in den nevel. Nele is stout!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek