Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 17 mei 2025


De monniken lieten het hoofd zakken en dorsten niet spreken. Weer zag Uilenspiegel hen zitten bibberen. Wij hebben nog honger, medelijdende soldaat, zeiden zij. Maar de schipper sprak: Wie drinkt altijd? Droog zand. Wie eet altijd? Monniken. Uilenspiegel ging hun in de stad brood, hesp en een grooten pot bier koopen.

Er is brood en kaas, antwoordde Wasteele. Zonder boter? vroeg Lamme. Zonder boter, sprak Wasteele. Hebt gij bier of wijn? vroeg Uilenspiegel. Ik zelf drink er nooit, antwoordde Wasteele; doch als gij er hebben wilt, zal ik er halen in den Pelikaan, hier dichtbij. Ja, sprak Lamme, en breng meteen wat hesp mee. Ik zal doen wat gij vraagt, sprak Wasteele, die Lamme met groote verachting bekeek.

Ik wensch uit den grond des harten, en Peternelle insgelijks, Willem, dat uw oom u vriendelijk ontvange en genegenheid voor u gevoele. Daartoe is het noodig, dat gij niets doet, dat hem kunne mishagen of bedroeven. Spreek in zijne tegenwoordigheid niet van de hesp, laat hem niet verdenken, dat gij hier zwijnenvleesch hebt gevonden, en bovenal niet, dat gij er hebt van gegeten." "Hoe?

Eensklaps zag hij Lamme in eenen hoek zitten, met een tafeltje voor zich, waarop eene keers, eene hesp en een pot bier stonden; hij had het zeer druk om zijne hesp en zijn bier te verdedigen tegen twee meidekens, die met alle geweld met hem wilden eten en drinken. Toen Lamme zijn vriend Uilenspiegel gewaar werd, kwam hij voor hem staan en sprong wel drie voet hoog van blijdschap.

Zoo gij honger hebt, sprak de kapitein, kunt gij met den hals de koorde opeten, die zwiert aan de eerste galge die gij ontmoet. Heer kapitein, antwoordde Uilenspiegel, als gij mij de schoone gouden koorde geeft die rond uwen hoed ligt, zal ik mij met de tanden gaan ophangen aan die vette hesp, die ginder bij dien spekslachter zwiert. Van waar komt gij? vroeg de kapitein.

Onze thee is niet al te best, moet ik zeggen." Daar de pater-hotelier glimlachte, lachte Johan Doxa mee. Hij lachte gedwongen, al peinzende: "dat is een geestige keukenbroeder, die aardige namen aan zijn pompwater geeft." "Ik zal koffie gebruiken, en hesp of zoo...." zei hij gekscheerend.

Plotseling hoorde ik een geritsel achter mij en, als ik mij omkeerde, zag ik den grooten hond van de oude jongedochter; doch nu bromde hij niet meer, integendeel, hij kwispelsteertte en zag mij begeerig aan, om de hesp. Ik smeet hem eenige stukskens toe, maar zijne meesteresse kwam bij en riep: Pak hem! pak hem! manneken! En ik op den loop, en de groote hond achter mij; hij beet mij in mijn been.

Toch bracht hij dobbelen klauwaard en hesp. En, van genoegen, at Lamme voor vijven. En hij sprak: Wanneer beginnen wij te werken? Dezen nacht, sprak Wasteele, maar blijft in de smidse en wees niet bevreesd voor mijne gasten. Het zijn hervormden lijk gij. Dat gaat mij, sprak Lamme.

Wat later zaten de drie meisjes gekleed op het paard, en Pallieter ging vooraan, spelend op zijn kornemuze; met vieren zongen ze. Zij aten gezoden hesp met boerenbrood en genoten geurige koffie. Dat was de maand September, de rijkdom van het jaar, de lust van 't aardeleven! Den anderen dag, na een brandend nacht-onweder, góót het water.

Eet nu eerst een beetje van de hesp, dan zullen wij een wandelingetje door den hof doen, en ik zal u allengs en met voorzichtigheid de schromelijke geheimen van Wildenborg openbaren, om uw hart voor eenen te plotselijken schok te behoeden." Willem vroeg niets meer en nuttigde zwijgend de hesp en het brood, door Peternelle hem voorgezet.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek