Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juni 2025
Hij verdient een dommen glimlach aan den een, een drinkgeld aan den ander. Hij ontneemt u het schoone zinnebeeld der moederliefde, dat gij in den pelikaan zaagt, en maakt liever een slaapmuts van zijn onderkaak. Ellendige potsenmaker, straffeloos lasteraar, die zijne beteren bespot. Met een paar knevels en een stok loopt hij om, en speelt den held onder de gevangenen.
Vergeef mij, het is een ecrin vol slangen! arme reuzeslangen! Hierheen! Pas op: die lamp druipt! Stap over dien emmer, vischvijver van den pelikaan, badkuip des ijsbeers! Wij zijn er. Hier, op dit wagenstel, in dit roode hok, zes voet hoog en zes voet diep, ligt hij. Ja, hij is het wel. Ik zweer u dat hij het is. Zijne pooten steken onder tusschen de traliën uit: dat zijn leeuweklauwen.
Er is brood en kaas, antwoordde Wasteele. Zonder boter? vroeg Lamme. Zonder boter, sprak Wasteele. Hebt gij bier of wijn? vroeg Uilenspiegel. Ik zelf drink er nooit, antwoordde Wasteele; doch als gij er hebben wilt, zal ik er halen in den Pelikaan, hier dichtbij. Ja, sprak Lamme, en breng meteen wat hesp mee. Ik zal doen wat gij vraagt, sprak Wasteele, die Lamme met groote verachting bekeek.
Toen viel de nacht in te midden van een doffe stilte, somtijds slechts afgebroken door het geschreeuw van den pelikaan, of van eenigen nachtvogel, of door het geluid van de branding tegen de rotsen en het verwijderd gerucht van een stoomboot, die de golven met raderen of schroef doorkliefde. Van acht tot negen uur bleef de Nautilus eenige meters diep onder water.
"Negen en een halve!" riep eene spottende stem uit. "En den pelikaan, die er zeventig volvoert...." "Een en zeventig!" "En de bij, die haar vleugeltjes honderd twee en negentig malen in de seconde op en neer beweegt...." "Honderd drie en negentig malen!...." werd er hatelijk spottend geroepen. "En de gewone huisvlieg, die dat drie honderd en dertig malen verricht...."
Zeg mij niet dat het belangrijk is; dat men het gezien moet hebben; dat men in geen gezelschap komen kan of men moet ten minste goed of kwaad zeggen van de lokken, de bakkebaarden en den moed van den eigenaar, van de lama, van de verlichting der tent, en van de twee tijgers in één hok; herhaal mij niet dat men ten minsten één ongeluk heeft moeten zien "bijna gebeuren" en ééne bijzonder teekenachtige houding van 't een of ander gedrocht bespied hebben, in een oogenblik, "dat er niemand anders naar keek"; zeg mij niet dat men moet gaan kijken hoe de vrucht van 't zweet en bloed van onvermoeide hengelaars in één oogenblik door den gulzigen pelikaan verslonden wordt, en hoe de Boa Constrictor een Leidschen bok met hoornen en al, in een oogwenk tijds verzwelgt; roep mij niet toe dat men zijne anecdote behoort te hebben op den kasuaris, zijn snakerij op de apen, en zijn woordspeling op de beren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek