Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juni 2025
Zoo zal hij, met alle nieuwe verschijnselen uit het dierenleven vóór zich, toch in een wereld van raadselen leven en niets begrijpen, tenzij hij den moed heeft, in zijn eigen hart te kijken en te lezen. Weinigen kennen den weg naar het huisje in de rotsen, waar het Broertje van den Beer woonde. Het was mijlen ver van eenig ander huis op één na, in het hartje van de groote, stille bosschen.
Een broertje werd geboren. En dit hulpelooze wicht hield Ni van een groot kwaad terug, bracht haar op 't goede pad, waarvan zij was afgeweken. Zij was hard op weg om een slecht kind voor Moeder te worden. Zij sloot al meer en meer haar hartje voor haar. En klein broertje deed de poorten van dat hartje weder openspringen voor Moeder. Klein broertje leerde haar: w
Geen dag was er nagenoeg, waarop broer en zuster niet tegenover elkaar stonden, hij met een donker gelaat haar barsche woorden toevoegend, die haar hartje bloedig striemden, en zij met bevende lippen en trillend stemmetje haar goed recht of dat van anderen verdedigend, dat hij wilde vertrappen.
Z'n hartje beefde, want dat huis zag er heel voornaam uit. Hy werd binnen gelaten en, na aangemeld te zyn, uitgenoodigd: "maar boven te komen." Dit "maar" is 'n onbeminnelyk uitvloeisel van amsterdamsche dienstmeiden.
Zij leefde en ademde met het kleine hartje, dat zij onder het hare kloppen voelde, en dat gevoel was haar heilig. En zij vertelde vol glorie, hoe het kind haar zijn eerste glimlachje geven en hoe het zijn eerste wankelende schreden wagen zou. Zij verzekerde oom Frans, dat zij streng in haar eischen wezen zou, omdat zij zich sterk in haar liefde voelde.
Maar ik ken den koning, en lees op zijn aangezicht, gelijk een magiër in de heilige boeken." »Dus moeten wij haar uit den weg ruimen." »Dat is licht gezegd, maar moeielijk uit te voeren, mijn duifje." »Laat mij los, onbeschaamde!" »Kom, kom, men ziet ons niet, en gij zult mij noodig hebben." »Nu dan, maar zeg mij spoedig, wat er gedaan moet worden." »Dank, mijn zoet hartje Phaedime!
Weliswaar zult gij het daglicht niet meer zien, maar ter vergoeding daarvoor zal het je hier aan niets ontbreken. Gij zult je leven slijten met Leonarda, die een goede vrouw is en gij zult alles hebben wat je hartje begeert. Ik zal je eens laten zien, dat je hier niet bij arme lui bent." Daarop nam hij een fakkel en gebood mij hem te volgen.
Baron Frits nam afscheid van Lisette; hij zou in langen tijd niet wederkomen en zij gaf hem een klein gouden hartje, dat zij altijd op hare borst droeg; ik hoor haar nog zeggen: "dáár, mijn schat! doe mijn haarlok er in en denk aan mij!" Zie Liesje, dit gouden hart was Lisettes dood. Maar luister verder!
Want in dat boek in dat hartje wil ik zeggen had hij zooveel liefs kunnen lezen; en om de zegelen er van te ontsluiten, was ook geen wonderdier noodig met zeven hoornen en zeven oogen. Och neen! Een eenvoudige ondermeester had ze verbroken. Justus Eykendaal kende bladzijde bij bladzijde van buiten.
Het scheen bijna van niet, maar toch had hij hare hand niet gekust, had hij haar niet schoon genoemd en haar daarbij aangezien, wel ernstig, ja, maar zóó vriendelijk en zacht, dat zijn blik haar hartje had doen kloppen van eene vreemde, warme ontroering? Nooit nog had één der makkers van hare beide broeders haar zóó aangezien, beteekende die blik dan niet, dat hij haar ook gaarne zag?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek