United States or Pitcairn Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik ook had zorg en smart, maar de grootte van zijn leed hield mij staande en maakte mij moedig. Er was iets groots in alles. We hadden ongelukken gehad en zaten daar als schipbreukelingen op een rots. Onze eenzaamheid, de schoonheid der natuur, de groote geschiedenis die wij zagen afspelen als een boeiend drama, 't was alles aangrijpend. En dan met hem!

In Hugo de Groots Annales et Historiae de Rebus Belgicis, in 1658 in twee formaten door Joan Blaauw uitgegeven, vindt men vóórin drie verschillende privilegiën: een van de Staten van Holland, een van den Duitschen Keizer Ferdinand III en een van de Staten-Generaal.

Ik herinner mij, dat hij juist aan een kolossaal doek bezig was, een scène uit Dantes Paradiso, geloof ik, juist toen.... toen hij stierf. Arme papa! Maar jij, je bent nog jong en flink, ik begrijp niet hoe je niet verlangt om wat te doen, iets groots, iets bizonders. Je weet, dat ik bij Hovel werken ga; oom Verstraeten heeft het voor mij bedisseld.

En groots was ze niet, want ze wilde 't heel wel weten "voor 't aangezicht van 't geheele volk" dat ze vroeger maar 'n bleekmeisje zonder kroon of statie was geweest, even buiten de aschpoort.

De hoopvolle stemming van de jong-turksche leiders strekte zich ook uit over de toekomst, die Armeniërs en Grieken, Arabieren en Koerden en al die andere nationaliteiten aan het nieuwe zouden bereiden, en de nederlandsche geleerde acht hun optimisme haast al te groot. Maar »zonder optimisme komt niets groots tot stand«, en het zou gewaagd zijn, zich aan profetieën te wagen.

Naast deze vraag van algemeene strekking en ook in verband met haar is voor ons doel van belang de speciale vraag: In hoeverre onze schrijvers beïnvloed zijn door de beweging van '80, die, van huis-uit een cultuur- verschijnsel meer dan een literatuur-verschijnsel, voor ons nationaal geestelijk leven het begin is geweest van een nieuwe strooming, die wel eens op iets groots zou kunnen uitloopen dat dan echter niet veel op zijn verwekker zal gelijken.

Nooit had hij gedacht, dat hij zooiets groots zou hooren, dat iemand zijn leven voor hem wilde wagen! Van dat oogenblik af kon men niet meer van Niels Holgersson zeggen, dat hij van niemand hield. 't Was een avond in Karlskrona, en de maan scheen.

In dat huis waren toen ook die vreeslijke dagen gekomen storm-dagen met grauwe kou waar hij zoo dikwijls aan denken moest.... Negen jaar was hij toen.... Papa was weer naar "het Zuiden" gegaan ... en, plotseling, was hij daar gestorven..., heel onverwacht-gauw en plotsling ... vèr-weg ... en heel alleen.... Hij had het eerst niet willen gelooven, herhalend, in huilend roepen, dat het niet waar was, dat het zoo in-eens niet kon, zoodat ze 't hem eindlijk hadden moeten laten lezen in een brief.... O! Hij wist het alles nog precies: hoe hij toen had liggen huilen op den grond in de voorkamer, z'n gezicht in den voet van 't gordijn, en 't gevoeld had als een vreeslijke wreedheid en schande, dat zij met hun drieën daar maar geleefd hadden, en gelachen zeker ook wel, terwijl z'n vader ver-weg, alleen, lag te sterven.... Hij had z'n moeder niet durven aanzien, want die was de ergste...; waarom was ze niet meegegaan?... en den vorigen dag nog had ze met tante Marie over papa gefluisterd op een oneerbiedige manier.... Maar zelf had hij toch ook veel schuld, want hij had immers zoo dikwijls in 't geheim verlangd, dat er eens wat gebeuren zou, iets groots, iets waardoor alles anders worden zou.... Daar was het nu!...

Niet omdat het verschil in stand hem hinderde, ook niet omdat hij vreesde zijn vader te weerstaan. De reden lag dieper: Onophoudelijk drukte hem de plicht, zijn geestesaanleg ten volle uit te leven. Hij wist zich onvoltooid maar voor iets groots bestemd.

En wat hij op het eind van zijn leven te zien geeft, is niet alleen weer beter, dan wat vooraf ging; het lijdt aan geene gebreken meer, het bereikt alles, wat bereikt wou worden. Wat de schilder wilde, gelukte; en er is niets groots, dat hij vergeten heeft te willen.