Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 juni 2025


Geen andere vrouw werd in deze achterkamer toegelaten dan Louison, de vatenwaschster van het koffiehuis, die de kamer nu en dan doorliep om van en naar haar arbeid te gaan. Grantaire, die dronken was, maakte een oorverdoovend geraas in den hoek, dien hij had ingenomen; hij zwetste en schreeuwde: "Ik heb dorst.

Kortom, hij kende alle goede plaatsen; bovendien verstond hij de scherm- en de danskunst en was een duchtig batonnist. Maar bovenal muntte hij uit in het drinken. Hij was ontzettend leelijk; de liefste laarzenstikster van dien tijd, Irma Boissy, had, over zijn leelijkheid gebelgd, dit vonnis gewezen: "Grantaire is onmogelijk!" Maar Grantaire's zelfbehagen werd toch niet geschokt.

Grantaire paarde aan de zonderlinge uitdrukking van woorden en denkbeelden de wonderlijkste gebaren; vol waardigheid liet hij zijn linkerhand op zijn knie rusten, zijn arm vormde een rechthoek, zijn das was los, en met een vol glas in zijn rechterhand schrijlings op een bankje zittende, sprak hij tot Matelotte, de dikke dienstmeid, deze plechtige woorden: "Dat men de poorten van het paleis opene! dat iedereen lid der Fransche academie zij en het recht hebbe madame Hucheloup te kussen! laat ons drinken."

Zie hier hoe de voornaamsten onder hen heetten: Enjolras, Combeferre, Jean Prouvaire, Feuilly, Courfeyrac, Bahorel, Lesgle of Laigle, Joly en Grantaire. Deze jongelieden vormden door hun onderlinge vriendschap een soort van gezin. Allen, uitgezonderd Laigle, waren uit het zuiden. Deze groep was merkwaardig. Zij is verdwenen in de onzichtbare diepten, die achter ons liggen.

Grantaire, in wien de twijfel rondkroop, zag in Enjolras gaarne het geloof opzweven. Hij had behoefte aan Enjolras. Zonder er zich een duidelijk begrip van te kunnen vormen, en zonder dat het hem in de gedachte kwam het te verklaren, bekoorde hem die kiesche, gezonde, standvastige, regelmatige, harde, eerlijke natuur. Instinctmatig beminde hij zijn tegenpartij.

Zij kunnen niet leven dan door tegen een ander te steunen; hun naam is een aanhangsel en wordt niet anders dan met het voegwoordje en geschreven; hun leven behoort hun niet; het is de andere zijde van een bestemming, die de hunne niet was. Grantaire was een dier menschen. Hij was de keerzijde van Enjolras. Men zou schier kunnen zeggen dat reeds in de letters van het alphabet verwantschap is.

Al deze woorden: rechten des volks, rechten van den mensch, maatschappelijk verdrag, Fransche Revolutie, republiek, beschaving, democratie, menschelijkheid, godsdienst, vooruitgang, zij waren voor Grantaire bijna alle zonder eenige beteekenis. Hij glimlachte er om. De twijfelzucht, die beeneter van het verstand, had in zijn geest geen enkel volledig denkbeeld overgelaten.

In een afgezonderden hoek en als beveiligd achter 't biljart, hadden de soldaten, die hun blik op Enjolras vestigden, Grantaire niet opgemerkt, en de sergeant was gereed om zijn commando "legt aan" te herhalen, toen zij eensklaps in hun nabijheid een forsche stem hoorden roepen: "Leve de republiek! Ik behoor er toe." Grantaire was opgestaan.

Er was niemand in de herberg noch op de straat, iedereen was "naar de gebeurtenissen gaan kijken." "Is het middag of middernacht?" riep Bossuet. "Men ziet geen hand voor de oogen. Licht, Gibelotte!" Grantaire was treurig en dronk. "Enjolras veracht mij," bromde hij. "Enjolras heeft gedacht: Joly is ziek, Grantaire is dronken. Hij heeft Navet dus tot Bossuet gezonden.

"'t Is het einde der wereld," stamelde zij. Joly drukte een kus op den dikken, rooden, gerimpelden hals van madame Hucheloup, en zeide tot Grantaire: "Mijn vriend, ik heb den hals eener vrouw altijd als iets bij uitnemendheid teers beschouwd." Intusschen had Grantaire een steeds hoogere gedachtenvlucht genomen.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek