Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 mei 2025
Deze Maandag was een afrekeningsdag op de pastorie. Jones was onwillig gebleven; geen macht op aarde kon hem bewegen de £ 34.11 shilling 4 pence, wegens verschuldigde tienden, te betalen. Derhalve had Granger, krachtens een wettig verkregen vonnis, zijn voornemen aangekondigd om het hooi en het vee van Jones te verkoopen. Jones had daarop met brutale trotseering geantwoord.
"In den herfst van het vorige jaar," begon hij, het woord richtende tot Granger, die daar zat als een rechter van instructie, "heb ik uw dochter Beatrice ten huwelijk gevraagd." Beatrice zuchtte, en raapte haar geestkracht bijeen. De storm was eindelijk losgebarsten, en zij moest dien het hoofd bieden. "Ik heb haar ten huwelijk gevraagd, en zij heeft mij gezegd dat ik een jaar moest wachten.
"Ik begrijp u waarlijk niet," zeide Granger, op een doffen toon, naar adem hijgend van verbazing, terwijl Owen woest rondzag, en Beatrice haar hoofd op haar borst liet zinken. "Dan zal ik het u uitleggen," hernam Elisabeth, nog naar haar zuster wijzende. "Zij is de minnares van Geoffrey Bingham. In den nacht vóór Pinksteren is zij uit haar bed opgestaan en naar zijn kamer gegaan.
En o, daar gaapt de mond van de hel, waar die dominé zei dat ik heen zou gaan! O, houd mij vast, houd mij vast, houd mij vast!" Beatrice trad naar haar toe, nam haar magere handjes in de hare, en zag haar strak in de oogen. "Jane," zeide zij, "Jane, ken je me niet meer?" "Ja, Miss Granger," antwoordde het kind, "ik ken de les, ik zal ze aanstonds opzeggen."
Geoffrey en Granger bleven alleen. De oude man leunde met het hoofd op de tafel en weende bitterlijk. "Heb medelijden," zeide hij, "zeg zulke woorden niet tegen mij. Ik had haar werkelijk lief, maar tegen Elisabeth was ik niet bestand, en ik ben zoo arm. O, als gij haar ook liefhadt, heb dan medelijden! Ik maak er u geen verwijt van dat gij haar liefhadt, hoewel gij er het recht niet toe hadt.
"Wel zeker, mijnheer Bingham," antwoordde Granger, "Elisabeth is mijn rechterhand, en er is in Bryngelly niemand, die zulk een goed hoofd voor zaken heeft als zij." "Ik wilde alleen dit zeggen," ging Geoffrey voort. "Als gij door de slechte betaling van uw tienden verder in ongelegenheid mocht komen, meld het mij dan. Ik zal altijd bereid zijn u te helpen, als ik kan. En nu moet ik weg."
Granger aarzelde, maakte bedenkingen, en gaf eindelijk toe. De zwakke, ontevreden, oude boer-predikant, uitgeput door dagelijksche zorgen, en zonder door zedelijke kracht ondersteund te worden, was niets anders dan een werktuig in Elisabeth's handen.
Hij stond uren lang in den regen buiten de deur te wachten, met een gezicht als een geest, totdat hij wist of zij dood of levend was, en hij is er van ochtend al tweemaal geweest om naar haar te vragen. Dat heeft mijnheer Granger mij gezegd. Maar zij zou wel beter partij kunnen doen, als zij er maar in de gelegenheid toe werd gesteld."
Hij kan wel betalen, maar hij wil niet betalen, hij zegt dat hij Baptist is, en geen kerklasten wil betalen maar eigenlijk is die oude bierton niets anders dan een heiden." "Waarom doet gij hem geen proces aan, mijnheer Granger?" "Dat heb ik gedaan. Ik heb vonnis tegen hem, en ik ben voornemens het binnen eenige dagen ten uitvoer te laten leggen.
"Miss Granger," zeide hij, "wilt ge mij vergunnen u een kleine zedepreek te houden?" "Ga uw gang" antwoordde zij. "Goed. Als zij u niet bevalt, moet ge het mij niet kwalijk nemen, en houd mij niet voor een wijsneus, als ik u zeg wat uw gebreken zijn, zooals ik die in uw woorden lees. Gij zijt trotsch en eerzuchtig, en de perken, waarbinnen gij u genoodzaakt ziet te leven, zijn u te eng.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek