Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 mei 2025
Ik heb haar lief, mijnheer Granger, innig lief, en ik wil met haar trouwen." De oude man kreeg een kleur van genoegen. Was 't mogelijk? Hoorde hij wel goed? Owen Davies, de rijkste man in dit gedeelte van Wales, wilde met zijn dochter trouwen, die niets anders bezat dan haar schoonheid! Dat was haast te mooi om waar te wezen! "Ik gevoel me er zeer vereerd door," zeide hij.
Ik weet dat een vader daar nogal op gesteld is, en ik wil alle zwarigheden wegruimen." "Dat is alles goed en wel, en zeker ook wel zooals 't behoort," zeide Granger, een hooger toon aannemende, nu hij het voordeel van zijn positie zag. "Maar natuurlijk zal ik over zulke zaken het advies van een rechtsgeleerde vragen.
Het heeft u den schoen van een drenkeling gebracht." "Breek het niet verder," zeide Geoffrey. "Zij hechtte er waarde aan. Brengt het liever tusschen u beiden weg het kan misschien noodig zijn. Ik ga naar de pastorie." Hij liep terug. Granger en Elisabeth waren nog niet thuisgekomen, maar zij werden elk oogenblik verwacht. Hij ging naar de huiskamer. Die was vol herinneringen aan Beatrice.
"Hoe zou ik dat weten?" gaf zij schouderophalend ten antwoord. "Beatrice heeft zijn leven gered, zij hield hem nog vast nadat zij bewusteloos was." "'t Is verwonderlijk. Ik heb nooit zoo iets gehoord. Wat is hij voor iemand?" "Hij is een van de knapste mannen, die ik ooit gezien heb," antwoordde Elisabeth, hem nog steeds vorschend gadeslaande. "Zoo! Maar hij is, meen ik, getrouwd, Miss Granger?"
"O, omdat het op uw gelaat te lezen staat," was het eenvoudig antwoord. Haar woorden klonken oprecht; er was geen vleierij of gekunsteldheid in. Geoffrey gevoelde, dat het meisje juist sprak zooals zij dacht. "Dus bestudeert gij de gelaatkunde ook," zeide hij. "Welnu, Miss Granger, 't is zonderling, alles in aanmerking genomen, dat ik u zal zeggen wat ik nog tegen niemand anders gezegd heb.
"O, neen; wat de aanleiding tot mijn vergissing geweest is, Miss Granger, waren de voetstappen, en het praatje en de afspraak die gij op het kerkhof gemaakt hebt, en die ik, zonder het te willen, gehoord heb niet het praatje alleen. Natuurlijk moet ik er nu mijn verontschuldigingen over maken." Weder stampvoette Beatrice. Zij zag dat hij haar bespotte, en gevoelde dat hij haar niet geloofde.
Aan de eene zijde van de kerk, gedeeltelijk tegen den zeewind beschut door een groep in hun groei belemmerde pijnboomen, was de pastorie, een laag gebouw van één verdieping, langer dan vijf-en-twintig jaar bewoond door Beatrice's vader, den WelEerwaarden Joseph Granger.
"Maak er staat op, Miss Granger, niettegenstaande alles wat het tegendeel aanduidt, er is een wakende Voorzienigheid boven ons, zonder wier wil wij niet kunnen leven, en als wij die Voorzienigheid verwerpen en ons verstand er voor in de plaats stellen, zullen wij er ons niets dan verdriet door berokkenen.
Dit gezegde scheen hem aan te moedigen, althans hij klopte aan. De deur werd geopend door Elisabeth. "Ga heen," beet zij hem toe: "er moet stilte in huis zijn." "Ik vraag u verschooning, Miss Granger," zeide de bezoeker, op een allernederigsten toon. "Ik wilde alleen maar weten of het waar is dat Miss Beatrice leeft." "Wel, zijt gij het, mijnheer Davies?" hernam Elisabeth, met schrik.
Opeens kwam een dik man uit de schaduw van de pijnboomen te voorschijn. Zij kon zijn gelaat niet zien, maar hij was in een wijden mantel gehuld. "Neem mij niet kwalijk," zeide hij met de heesche stem van iemand, die met aandoeningen kampt, welke hij niet kan bedwingen, "maar gij kunt het mij zeker wel zeggen. Leeft zij nog?" "Bedoelt gij Miss Granger?" vroeg zij. "Ja, natuurlijk.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek