Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juni 2025
En die op het land woonden, waren zeker bang, want hij zag hoe een groote reus, die op het hoogste punt van het eiland stond, de armen omhoog hief, als in wanhoop over al het ongeluk, dat over hem en zijn eiland zou komen. De jongen was niet weinig verschrikt, toen hij merkte, dat Akka juist boven dat eiland ging neerdalen. "Neen, goeie hemel! Daar moeten we toch niet neerstrijken," zei hij.
En wat zei de man? »Juffrouw, zoolang ik brood heb, zal u 't ook hebben. Dat geld komt wel terecht." En toen je Vader weer wat verdiende, wou Aalders het achterstallige geld niet hebben. En hij heeft het nooit willen hebben. Ja, ik heb wat goeie menschen in de wereld ontmoet! Maar Aalders was toch wel heel bizonder."
Och, die goeie jongen! Die lieve jongen! riep vrouw Barberin uit, terwijl ze mij opnieuw in de armen drukte. Toen gingen wij den stal binnen, opdat vrouw Barberin onze koe eens zou bekijken, die nu haar koe was. Bij alles wat zij aan de koe voor goeds ontdekte, uitte zij opnieuw kreten van tevredenheid en bewondering. Wat een mooie koe.
Hij, van zijn kant, oordeelde zich verplicht, haar zang- en clavierles te geven, zelfs schrijfles. De goeie man had niets omhanden en als "Vrouw Raad" maar wat leerzamer ware geweest, hadd' hij haar met alle genoegen Italiaansch bijgebracht. Zij troostte zich met het humoristisch geloof, dat dit een uiting moest zijn van hoog-rustige, verstandige genegenheid.
Wat 'n goeie wereld zou 't dan worden als iedereen dat deed! Waarom doe ik bijvoorbeeld zoo'n massa dingen niet, terwijl ik weet dat 't goed zou zijn ze te doen dingen die ik graag doen zou! Is iederéén dan zóó, of ligt 't alleen aan mij!" Hij verzonk in sombere overpeinzingen over den wil.
„Dat valt mee,” denkt hij onder weg, „’n goeie fooi, hm! misschien maakt die zieke ouwe man mijn dag nog goed. Hort! vooruit dan, ouwe jongen.
Maar, in-weerwil van 't vermoeiend geflikker dezer half-uitgewreven en bont dooreen gemengde beelden van z'n herinnering, behield één figuur vry standvastig haar trekken. Ze beheerschte elk tooneel dat aan Wouter's verbeelding voorbyschoof. 't Was die van 't meisje dat op 'n tafel stond, en haar armen kruiste. Lieve goeie god, jongen, hoe kom je dáár? Hoe kom jy daar?
En ik onder het mijne, dat zoo heel anders was. Denk er aan, als gij over personen en feiten oordeelt. Gij ziet slechts uw zijde van de werkelijkheid. Ik kan van mijn kokertje geen afscheid nemen, zonder een beminnelijke zonde van mijn vader te gedenken. Die driftige, goeie man had het zwak, moeilijk te kunnen weigeren.
De toehoorders gieren het uit van pleizier, en het wordt er niet minder op, als mijnheer Watkins er droog komiek op laat volgen: »Als de goeie man zijn naam wil zetten, moet hij eerst zijn baatje uittrekken." »Sapperloot!" roept de oud-matroos. »Als de Boeren pijn in hun lijf hebben," gaat de waardige mijnheer Watkins voort, »dan binden ze een doek met Haarlemmerolie om hun dikken kop!"
"Waar is je kind?" vroeg hij, en toen hij het zag, riep hij uit: "Goeie hemel!" Hij liep den stijgenden weg naar het dorp op en kwam den dokter tegen die in allerijl naar beneden liep. Hij vatte hem bij den arm. "Wat betéékent dit allemaal?" zei hij. "Heb je de laatste dagen couranten gelezen?" De dokter antwoordde toestemmend. "Nu, en wat is er aan de hand met dat kind?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek