United States or Morocco ? Vote for the TOP Country of the Week !


Máár ... Sara zelf voelt alleen voor zekeren R. Met hem gaat ze veel uit: hij is zoo knap, voornaam, ontwikkeld. Wat zoekt die R? Háár? Maar zij wil nog geen man. Ze wil Anna dwingen tot antwoorden en toont zich plaagziek grootmoedig. EEN EN TACHTIGSTE BRIEF. Hendrik aan Cornelis: Hij heeft met Sara gewandeld! Zij heeft hem niet af-, zelfs niet teruggewezen, maar ook niet beslist hoop gegeven.

Als ze tewege was op te gaan naar heur slaapkamer, zag ze bij den heerd vader zitten, lage gebukt en turende roerloos naar 't gespetter van het open vuur. Hij had ook aldoor zwijgend door de koude stilte van het huis gewandeld vandage, en hij voelde zich bovenmatelijk droeve worden in de droefenis, die Goedele langs alle kamers neerzijgen liet van haar.

"Ziedaar!" ging hij voort, door zijn jaloerschheid tot onheuschheid geprikkeld, want zij had gelijk hij geloofde haar verklaring dat zij niet geëngageerd was eigenlijk nog niet. "Wat ben ik toch ongelukkig nu heb ik alweer iets gezegd, waar gij boos om wordt. Waarom zijt ge niet met mijnheer Davies samen terug gewandeld?

Haast iederen zondag nu trachtte Rozeke iemand van het ouderlijk huis bij zich te krijgen; en weer verwachtte zij moeder met La, of vader met Miel of met Dolf, die doorgaans 's zondags in het dorp naar de vesper gingen en daarna even door kwamen gewandeld, tot aan 't boerderijtje.

Een monument zal er voor hem verrijzen, en zij zal zorgen dat het tot stand komt, ofschoon men niet mag bemerken wie het roer in handen heeft. Goed zoo Jacoba! broeder Helmond zal u terzijde staan. Eva ontvangt haar August met een opgeruimden blik, ofschoon hij bijna een half uur te laat komt. Alleen wil ze graag weten met welke dames hij zoo doodbedaard den straatweg op en neer heeft gewandeld?

Over al dat leed spreekt zij ook tot hare jeugdige vrienden: zij heeft niet onder de menschen gewandeld, hunne gewoonten niet gevolgd, noch in hun eten noch in hun drinken noch in hun slapen; niet zich gesierd met kleurige kleederen, nooit genoten van blijdschap die een menschenhart verblijden kan.

En in het namiddaguur van dien zelfden dag heeft een jonge vrouw de lange Avenue de la Gare te Nice ten einde gewandeld, en achter den stam van een hoogen Eucalyptus, ter zij van den breeden stationsweg, heeft zij getoefd en getuurd in de richting van het station, totdat een traan haar oogen geheel heeft verduisterd.

"Hebt gij, meneer," zei Don Philip, "die hun gastvrijheid genoten, met hen gelachen, gepraat en arm in arm gewandeld hebt, u verstout hen in de boeien te slaan?" "Ja, meneer, dat heb ik." "Dan zijt ge een ellendeling en daag ik u uit!" riep Don Philip, de oudste broeder. "En ik doe hetzelfde," voegde de ander er bij.

Maar wij hebben nu lang genoeg buiten rond gewandeld, het is tijd weder de steden op te zoeken: wij zullen dus onze schreden richten naar Namen, de hoofdstad van dit land van rotsen en wouden, en ons punt van uitgang kiezen in het smalle dal, waarboven de romantische ruïne van Montaigle oprijst.

De doode is juist degene, dien zij zoekt: Firdusi, het doornenpad der eer is ten einde gewandeld!