Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juli 2025


"Zoover ben ik niet geweest," zeide Elbert: "mijn krijgsverrichtingen waren alleen in Bohemen; en daar zal men, gelijk ik mij zonder grootspraak vlei, nog wel van mij gewagen." "In Bohemen zegt UEd.? En dat onder welke vanen?" vroeg Reede. "Ik heb onder den Spotkoning Frederik gestreden; maar ik heb hem laten zitten; want er was niets met hem uit te richten.

Nooit kwam het in mijn gedachte, dat zij vlieden zoude. Heb ik haar iets misdaan? Zij zwegen, en met moeite bedwong zich de edelman. Hij wees met hoofsch gebaar naar zijn slot. "Blijf heden bij mij, heer ridder, de nacht komt al nader, spreken wij over andere dingen. Uw wapenen wegen zwaar, gij hebt met den zwarten ridder gestreden. Uw harnas is vol deuken, uw schild is gebroken.

Ik ga morgen naar A. om hem uit te vinden." "Doe dat maar niet, want nu ben ik er zeker van dat hij weer zal keeren. Hij is mijn cauchemar...." "Dat blijkt uit alles. Ik weet het, gij hebt er reden voor; maar toch, zoo hard te zijn jegens een ongelukkige!" "Zoo gij voor hem geleden en gestreden hadt zooals ik, zoudt gij denkelijk niet zachter over hem oordeelen.

Van alle kansen drongen de ridders op hem aan. "Dat is onwaar, Vianen!" riepen zij. "Trek die beleedigende woorden in. Ge zijt eerlijk overwonnen en er is volgens de tournooiwetten gestreden. Uwe beschuldiging is valsch!" "Wat? Durft ge mijne woorden in twijfel trekken, van mij, Vianen?

Aan haar zijden prijkten marmeren beelden, bij welke het leven des geestes den steen doordrongen had; het zijn naakte, schoone mannen; de een wette zijn zwaard: deze werd de slijper genoemd; de worstelende gladiatoren vormden een andere groep; het zwaard werd gewet, en er werd gestreden voor de godin der schoonheid.

Als u zeg ik uit 't diepste mijns harten u mijn innigen dank en druk u warm de hand. En als Mevrouw, hopen wij, dat de toekomst zal bewijzen, dat u niet aan onwaardigen uwe sympathie heeft geschonken en er voor gewerkt. Heb wil van uw nobel werk, mijn Vriend! Zóóveel hebben wij er al voor gestreden en geleden.

Ruim was de holle berg, een eindelooze spelonk gelijk en de dag, door de nauwe spleten, scheen niet meer dan, hier en daar, een ster.... En, destijds, in deze duistere, bleek doorlichte, labyrinth-achtige caveerne, had hij het serpent gezien, de vreeslijke draak, met hare vier jongen en hij had eerst den vier jongen strijd geleverd als kronkelende hellelarven hadden de drieste slangen om hem heen gekronkeld met de staarten en met de vlerken geflapperd. Gringolette had hen gruwzaam vertrapt, terwijl Gaweins zwaard naar links en rechts had gestoken, hun de breede pooten afbouwende, hun het vlijmende staal in de vlammende sulfer spuwende muilen stekende. Tot zij als een bloedig doorkloofd kluwen van afgrijselijke monsterlijkheid lagen levenloos in het nest, in hun laatsten fosforglans, die doofde met den dood en de moederdraak, blazende, was aangeschoven en aangeslopen door de donkere gangen, van buiten, waar zij voedsel en aas was gaan voor hare jongen halen. Het felle moederserpent, vier spuwende en verstikkende vlam, was over Gawein, in het duistere hol, neêr gevlogen, en had hem aangegrepen met klauwen en tanden, hem met den langen staart omkronkeld, terwijl hare wijde vlerken als van een duivel op stonden met de klapperende scherpe schermen. Gawein, in hare doodsomhelzing, was gegleden van zijn ros en Gringolette gevlucht, bonzende tegen de grottige muren, zich een uitgang zoekende en, omwrongen in des serpenten staartgekronkel, had Gawein eerst met zijn zwaard en, toen hem dit uit de hand viel, met zijn goede misericorde, zijn breeden dolk, steke na steke toegebracht, tot het gebeeste eindelijk dood lag en uit honderd wonden het heet ziedende bloed sproeieren deed over Gawein.... En nu wachtte Gawein af, tot wederom...? Waarom niet? Waarom zoû op nieuw niet een drakemoeder haar helsche kroost hebben gebaard in de caveerne; waarom zoû het op nieuw niet gaan gloren van fosfor, waarom zouden op nieuw niet de strijden worden gestreden? En Gawein, van Gringolette afgestegen, en het ros leidende aan den breidel, spiedde uit, langzaam voort gaande vol voorzichtigheid of niet plotseling.... Tot hij langs de sombere gangen van den hollen berg aan een wijdener holte kwam en zich herinnerde en zelfs z

Indien de priester hem den vreemden overheerscher onthield, zou hij zeker handelen in den geest van den laatsten koning, in wiens aderen het bloed der Pharao's had gevloeid, en die met geestdriftige zelfopoffering gestreden had voor zijn natie, haar vrijheid en zelfstandig bestaan.

En waarom nu, vraag ik, zou het ongelooflijk, waarom niet integendeel zeer aannemelijk zijn, dat onze Boudewijn aan de zijde diens Konings Edmond gestreden zoû hebben tegen diezelfde zeeschuimers, die zijn erfslot in puin verwoest hadden? Waarom ongelooflijk, dat hy een schoone vorstendochter verleid zoû hebben, hem over zee te volgen?

Sergeant Mac Neil en Goûmi waren met ziel en lichaam gehecht aan kolonel Munro. Na in al de oorlogen van Indië aan zijne zijde gestreden te hebben, na hem te hebben bijgestaan in zijne vruchtelooze pogingen om Nana Sahib weder te vinden, hadden zij hem in zijne afzondering gevolgd en zouden hem nimmermeer verlaten.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek