Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 mei 2025


"Nou, der dan!" zei Gerrit, en weldra zaten ze op de eerste bank, eerste rang, vader en zoon, in afwachting van de dingen die nu gebeuren zouden. 't Duurde nog wel een half uur, eer het gedisteleerd gezelschap voldoende was, om het de vreemde kunsten te vertoonen.

Het is voor de tweede maal dat wij onze Lezers de herberg de Wijnstok binnenvoeren, doch nu niet met oogmerk om ons in de gelagkamer van Gerrit Aal op te houden, en opnieuw in tabakswalm en brandewijnslucht te vertoeven, maar om de smalle wenteltrap op te klimmen, en eindelijk, na dien vermoeienden tocht, een tamelijk klein zolderkamertje binnen te treden.

"Is dat uw boa, juffrouw Donze?" vroeg Hateling, haar met dat kleedingstuk naderende, en hij wierp het haar over de gladde schouderen. De gasten vertrokken. Nog ééne folteering wachtte Gerrit. "Waarom wou je nu niet reciteeren?" vroeg zijn mama, toen alles tot rust was. "Omdat ik het niet kan, mama!" was zijn antwoord.

Vier heldere tonen uit het kerktorentje van hun dorp hadden hun oor getroffen; het eenige voordeel dat ze nog hadden van het kerkgebouw, dat toch ook het hunne was. Tamelijk snel begaven ze zich huiswaarts. "Mag ik vanavond je ouders komen spreken?" vroeg Gerrit zijn geliefde. "Vanavond is mijn kerkbeurt," antwoordde Jannetje; "en misschien is het goed dat ik eerst.... Neen, kom morgenavond."

Gerrit keek haar heel verlegen en tersluiks gedurig aan; en Jannetje had een kleur of het tachtig graden in de schaduw was. Waarom zei hij nu verder niets? Ja, dat vroeg hij zichzelf ook! En Jannetje dacht ook iets dergelijks. Eindelijk waren ze bij de boerderij van Huiskamp.

"Nu vriend! dat is ééns, maar nooit weer," zei papa; "ik bedank er voor; wat hebje aan je geleerdheid, als je ze niet toont?" Gerrit ging dien avond naar zijn kamer, en weende over zijne geleerdheid. "Ik wenschte wel," zei Gerrit, de deur op het nachtslot gooiende, "ik wenschte wel dat ik een stommeling was." Dokters lief en leed. Twee jaren later zat de jongeling dien wij als Med.

"Hoe is het?" vroeg Willem: "drinkje niet? dan geloof ik waarlijk dat het slecht met u gesteld is." "Ik heb mondpijn," zeide Gerrit, "en geloof dat alle verhitting schadelijk voor mij is." "Er is hier een uitmuntende quack in de buurt," zeide een der aanwezigen: "die een kwade kies zal trekken, trots den besten tandmeester."

Wanneer Gerrit Sloos met dit "vanzelf" bedoelde: gemakkelyk, geleidelyk, zonder omslag, en wat men zou kunnen noemen: op 'n niet onprettige manier ... 't zy zoo! Over den smaak valt niet te twisten. Gerrit zal 't maar zoo by-wyze van spreken gezegd hebben.

En dan zou er heel waarschijnlijk een opvolger gekomen zijn, die "het gouvernement niet tegenwerkte", en die dus met de kinderen der gemeente vrij spel had. Maar dat belette Gerrit niet in allerlei opzichten zijn eenvoudige en minder ontwikkelde geloofsgenooten met raad en daad bij te staan, waarmee hij de handen vol had.

Een snaaksche glimlach was om zijne lippen als bestorven, zoodat, toen hij de koddige grappen van zijn vriend Gerrit van de Linde in zijn almanak "Holland" deed afdrukken, ieder geloofde, dat hij zelf ze geschreven had.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek