Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 oktober 2025
Weder boog hij het hoofd en staarde ten gronde; na eene wijl beweegloos te zijn gebleven, murmelde hij met eenen diepen zucht: "Het is zonderling! De mensch schijnt een dubbel wezen in zich te besluiten ... maar neen, zijn wil en zijn hart stemmen niet altijd overeen. En nochtans, ik moet die gepeinzen verjagen.
Dank, dank, o, mijn God, dat Gij de kiemen, door een ander kind in haren geest en in haar hart gestort, niet onvruchtbaar liet zijn!" Hij wreef zich het voorhoofd en stapte in de kamer rond, als wilde hij zijne stormende gepeinzen ontvluchten. Eensklaps staan blijvende, riep hij uit: "Onmogelijk, onmogelijk!
Hans noch de IJslanders bewogen zich. "Zie eens!" zeide mij de professor. "Arne Saknussemm!" riep mijn oom, "kunt gij nu nog twijfelen?" Ik antwoordde niets en keerde geheel ontzet naar mijne bank van lava terug. Dit tastbare bewijs verpletterde mij. Hoe lang ik zoo in mijne gepeinzen verdiept bleef, weet ik niet.
Het maakte een zonderlingen indruk op haar en ze verwijlde met vage gepeinzen om het zeldzaam geval, terwijl ze heenging en in de eetplaats stapte. Ze zei 't aan vader, die reeds bij de tafel heel rustig zat, blij omdat Ursule hem niet beloeren zou onder 't eten. Ze klopte op zijnen schouder en fluisterde: Moeder weent.... Ze wees met haren vinger naar de zoldering.
Blijf zoo, en vergeet nimmer wat daar in uw boek geschreven staat, anders zal God u straffen." Er volgde eene wijl stilte; de vrouw bespiedde het gelaat van haren man, die nu klaarblijkend in treurige gepeinzen was verzonken. "Adriaan," murmelde zij, "wat is er toch, man lief? Gij schijnt zoo denkend? Ik heb het gezien toen gij binnenkwaamt: er hangt u iets in het hoofd. Hebt gij verdriet?"
De Winter met zijnen kouden adem had de natuur haar tooisel ontroofd; het geboomte was dor, de bladeren klaterden niet meer, en alles bracht sombere gedachten in mijn hart op. Terwijl ik naar het raadselwoord dezer natuurversterving zocht, vertraagden de jagingen mijns boezems onder koude gepeinzen.
Dan zouden de Erembalds in Rijkaard Van Woumen niet eenen machtigen vriend, maar eenen onverzoenbaren vijand vinden, en hij, Robrecht, zou misschien de schuld van der Keerlen verderf zijn. Deze gepeinzen sloegen hem met droefheid en spoorden hem aan tot eindeloos geduld.
Waarop ik, over hen denkende, in mijzelf zeide: "Deze pelgrims schijnen mij van zeer verre te komen en ik geloof niet dat zij zelfs over deze Vrouwe hebben hooren spreken; zij weten van niets; veeleer zijn hunne gepeinzen over andere zaken dan over haar hier; misschien denken zij aan hunne verre vrienden, die wij niet kennen."
Zoo b.v.: de vermelding van Reinaerts verraderlijke gepeinzen, terwijl hij schijnbaar welwillend met een zijner vijanden staat te praten. Een tweede aanwijzing vinden wij in het volgende.
Hij werd haar vaak grinnikend en gevaarlijk, maar zij voelde gauw dat hij buiten, over de daken, vrij en blauwig omging, en dat hij mild was. Die nacht bracht haar een deugddoenden vrede. Zij had hare vele kommernissen bijna vergeten. Ze herkende hare zorgen uit elkaar niet meer en doezelde in vage gepeinzen weg. Ze had een groot vertrouwen in de aanwezigheid van pastoor Doening.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek