Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 oktober 2025
Het klokte zonder ende, en klapperde hare leden door, en 't galmde in trillingen weg om haastig weer op te lawaaien, éen krachtig gedruisch. Ze meende dat ze niet meer te kampen vermocht.... Dan zag ze in toevallige gepeinzen 't moedeloos gezichte van Sebastiaan en ze moest blijven staan, plots ongemakkelijk wordend.
»Als we het eens wisten, waarom hij dien omweg maakte!" riep hij uit met klem, en opstaande van zijn veldstoeltje aan de eiken tafel, staarde hij vol gepeinzen door de opening der tent naar buiten. Hij was als de jager, die op een vertreden blad den indruk meent te bespeuren van de hoef van het wild, dat hij zoekt.
En weenen kan hij nog niet. Aldoor denken en zijn eigen opvreten in zelfverwijt. Dat moeder zoo plots ziek werd en ineens stierf, 't was zijne schuld. 't Verleden ligt open, en halsstarrig wroet hij daarin. Hij voedt met steeds hernieuwde gepeinzen de wroeging die als een gier in zijne hersens huist. Hij heeft geen andere gepeinzen dan die tot spijs voor zijne wroeging dienen.
Ze had de peis gebroken van eene zinnelijke mijmering en ze vreesde dat, met de beweging van haar lijf, met den gedwongen tert van hare voeten, ze de schoonheid van dezen avond onherroepelijk verdrijven zou. Hij sloot zijne oogen en lispelde: Ik meende dat een eeuwigheid was aangebroken.... Het trof haar dat ook hij in 't gewiegel van dezelfde gepeinzen vervoerd was. Ze werd bang.
Mijn zuster zelfs, anders zoo levendig en opgeruimd, deed geen moeite om het gesprek gaande te houden, en zat in gepeinzen verdiept: 't zij dat haar genegenheid voor mij haar de slechte uitkomst van mijns vaders pogingen evendiep had doen gevoelen alsof het haar eigene zaak geweest ware: 't zij dat werkelijk het bezoek van Reynhove een bijkomende aanleiding tot overdenking had opgeleverd.
Onder den invloed der gepeinzen vertraagde allengs zijn stap; hij bleef zelfs, onder de boomen der Spiegelrei, een oogenblik staan en schudde zuchtend het hoofd, waarna hij even mijmerend weder zijnen weg vervorderde. Hij kon niet begrijpen hoe, ondanks zijnen vasten wil en zijne heldere rede, eene geheimzinnige macht hem beheerschte.
Ik denk aldoor aan rozen, Rozen wit en rood, Tot al gepeinzen overblozen Uw eigen voetjes warm en bloot. Ik hoor den heelen dag als vogelenkelen, Als fluiten ver, dat krimpt en zwelt, Tot vlak bij huis uw lippen woordespelen En al geluid versmelt. Ik zie aldoor als blanke sterren stralen Door 't donkerzware middagblauw, Totdat uw oogen naar mij dalen Van boven de'avonddauw.
Met streelende zachtheid boog ze zich over Goedele en vroeg wat er deerde. Ge moogt u niet ophitsen en schadelijke gepeinzen voeden. Wilt ge een druppelken munte? Danke, moeder ... ik ben ongemakkelijk, ik lust niets ... 't zal geleidelijk overgaan. Dat meen ik ook ... Mogen wij u morgen verwachten, Sebastiaan? Hij stond seffens recht en beloofde dat hij stellig komen zou.
Hij schrikte als iemand hem aansprak. Vroeg Francine: Oomken, smaakt het niet? Dan schrikte hij, stak zijn kop nuchter vooruit, mummelde met werktuigelijke beleefdheid: Als het u belieft? Seffens was hij weer weg in gepeinzen.
En niemand zei in woorden wat hij dacht, omdat de zake zoo gevoelig zich voordeed, en ... ja, omdat 't allemaal toch zottigheid was. 't Geval hing echter tegenwoordig in 't geluchte aan het groeien en, al sprak men verder over kleine dingetjes, 't bleef daar hangen en alle gepeinzen kwamen 't gedurig taken binst zijn groei.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek