Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juli 2025
"Maar me lieve gunst, wat scheelt er dan toch an!" riep de koomenijsvrouw uit, toen zij den blaker van Suzette aangestoken en haar eigen lamp, daar er geen twee lichten noodig waren, onmiddellijk daarop uitgeblazen had. Ik liet haar een glas water halen. Suzette dronk er een teugje van, en het glas klapperde tusschen hare tanden. Nog kon zij niet spreken.
Dien avond nog had hij van juffer Christine meer te verdragen dan daarvoor tijdens geheel zijn huwelijk. Zoo'n sermoen had hij nog nooit gehoord. De tong der vrouw kende geen rust ze klapperde maar door, zonder dat hij er een woord tusschen kon krijgen.
En in de stilte zongen de vogelen, klapperde de vlag, en straalde de zon door de blaren van de boomen; ze schitterde in de vazen en in 't koperwerk, en deed ketsen en blinken het goudbestikte manteltje van Kindeken Jezus' Moeder.... Pallieter laadde het vrouwvolk in de huifkar. Als hij Marieken zag trok hij oogen lijk sauspannekens en zei met een zucht; "Och, wad e schoe kind!..."
In een vroolijk lentebeekje klapperde een rad van een klein smederijtje, en daar in de buurt vond de jongen een beitel. Op een paar schragen lag een half afgewerkte canoe en daarnaast een bosje touw. Daarmeê vlogen ze terug naar de zwavelkeuken. De jongen maakte het touw om den schoorsteen vast, liet het in de diepte neer, en gleed er langs naar beneden.
En hij zag lachend over end' weer naar 't begijnhof en de beemden. Nadatum heesch hij, ter eere van het goede weer, in het voorhofken een groot wit vlag, waarin de wind klapperde en de zon speelde. Het was verschietelijk den overvloed van het machtig vogelengefluit en getjirp in de breede vesteboomen na te hooren.
Zijn kop boog hij heelemaal achterover tot op zijn staart, met zijn snavel klapperde hij, alsof het een rateltje was, en dan vertelde hij hun geschiedenisjes allemaal van het moeras. «Hoort eens, nu moet je leeren vliegen!» zei de moeder der ooievaars op zekeren dag, en toen moesten al de vier jongen het nest uit en de dakvorst op.
Menschen van den buiten en de stad, die den toer meededen, kwamen daar achteraan. En traag ging de processie voort onder het weelderige groen der hooge vesteboomen. De zon scheen erover, en de koleuren blonken als diamant. De wind speelde met de kleeren en klapperde in de vlaggen. De muziek ruischte, de bellen rinkelden, en de klokken galmden den grooten feestdag in de lucht.
Zij ging ook te bed, en alles lag in diepe rust; slechts de molen draaide zonder rust of duur voort en klapperde en joeg, en de wieken grepen links en rechts in wilde haast, gelijk een mensch die in grooten nood verkeert en die zich inspant en zwoegt, om bevrijd te worden uit het stof van het dagelijksche bedrijf; en van het molenrad druppelde het water af, alsof het bittere zweetdroppelen waren, en diep onder in den grond, daar ruischte de beek met dezelfde taal en met denzelfden zang: "het helpt u niet, het helpt u niet; ik ben uw hart; zoo lang ik vliet, met golf op golf, met wensch op wensch, zoo lang hebt gij geen rust; maar, als de oogsttijd komt, en het koren rijpt, dan zal mijn stroom zachter vlieten, dan maakt de molenaar de valdeur toe, dan staat alles stil, en dan is 't zondag."
Een kleine watermolen klapperde z'n wieken toen zij den slijkweg beliepen, naar waar de plek was. 't Gaf 't geluid van 'n nijdige fèl-krassende raaf. Dienzelfden Zondagnamiddag haalde hij Saartje van school. Het regende minder snerpend-gestadig.
Om de loods, waarop de vlag halfstoks droefgeestig klapperde, waar den ganschen dag de dooden hadden gelegen, veilig bewaakt, zoodat geen profane kijkers er de plechtige stilte kwamen verstoren, om de loods krijschten meeuwen... In de leeggeloopen restauratiezaal van het station, aan de in een hoekje gereserveerde perstafel, schreven wij onze laatste telegrammen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek