Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juli 2025
Zijn manier van optreden was zeer vriendelijk en minzaam en zijn gang was klankrijk als wanneer het kantoor van een bankier aan het wandelen zou gaan. Rodolphe was een oogenblik angstig; hij meende, bij den aanblik van den driekanten hoed en den rok, een politie-agent voor zich te zien. Maar het zien van den vrij goed gespekten geldzak genas hem van zijn dwaling.
"O, nu begrijp ik het," dacht hij, "dat is een voorschot op mijn erfenis en die man komt van de Eilanden .... Maar waarom is hij dan geen neger?" Hij gaf den onbekende een wenk en zeide, op den geldzak wijzend: "Ik weet wat het is. Leg hem daar maar neer. Dank je wel."
De woede van mijnheer Benoît wakkerde aan tot een orkaan; en indien de meubelen niet zijn eigendom geweest waren, zou hij ongetwijfeld de pooten van een fauteuil stuk geslagen hebben. In plaats daarvan ging hij, bedreigingen mompelend, weg. "U vergeet uw geldzak!" riep Rodolphe hem achterna. "Wat een baantje!" mompelde de jonge man, toen hij alleen was. "Ik zou nog liever leeuwentemmer zijn."
"Duivels!" dacht Rodolphe; "dat is de directeur van het Théâtre-Français niet .... die zou een witte das dragen .... en zijn geldzak zou gevuld zijn!" "Morgen, mijnheer Rodolphe," zeide mijnheer Benoît, op het bed toetredend. "Mijnheer Benoît .... bonjour! Wat verschaft mij de eer van uw bezoek?" "Ach, ik wilde u komen zeggen, dat het vandaag 15 April is!" "Nu al? Wat gaat de tijd toch gauw!
De kracht van het jonge Holland spreekt uit zoo'n portret, de kracht van eene regeering, die nog bezig is zich vrij te vechten van de Spaansche overheerschers. Historische waarde krijgt het vooral, als we niet alleen op den hoofdpersoon, maar ook op den bediende letten. Met welk een respect neemt deze den geldzak aan, die hem overhandigd wordt!
Hij zag toen vaag in het midden van zijn kamer een man staan, die pas binnengekomen was, .... en wat voor een man! De matineuse vreemdeling had een driekanten hoed op, een lederen geldzak op zijn rug en een grooten portefeuille in zijn hand; hij had een grijzen linnen rok met staanden kraag aan en scheen buiten adem van het klimmen naar de vijfde verdieping.
"Hoort gij dat?" zei Hobble-Frank, terwijl hij den Altenburger een por in de ribben gaf. "Mijn villa komt stellig nog terecht." "En mijn boerderij ook! Nu, verheug u, Altenburger, mijn vaderstad! de beroemdste van uw zonen komt aangereden met een geldzak, twintig ellen lang! Neef! kom hier ik moet u eens aan mijn hart drukken!" "Nu nog niet!" zei Frank afwerend.
"Ik moet zeggen, "Neef!" zeide Tante, toen ik, na den geldzak op mijn kamer gebracht te hebben, weder buiten gekomen was; "die Monsieur is lang van stof. Wat had die met u te verhandelen?" "O! heel wat," zeide ik: "meer dan ik thans vertellen kan." "Wie was die Heer?" vroeg Suzanna: "mij dunkt, ik heb hem hedenmorgen in de kerk gezien."
De wissellooper, wien dat gepraat begon te vervelen, ging weg en zeide tot Rodolphe: "U hebt tot vier uur tijd om te betalen!" "Voor eerlijke menschen is er geen uur," antwoordde Rodolphe. "De intrigant", voegde hij er woedend aan toe, terwijl hij met zijn blikken den financier met zijn driekanten hoed volgde; "hij neemt zijn geldzak weer mee."
Hij deed het en haalde een geladen tweeloops pistooltje, allerlei kleinigheden en een welgevulden geldzak voor den dag, dien hij opende, vragende: Ziet gij al die goudstukken? En die kerel deed zich voor, als een arme, die de dorpen afreisde en als kleermaker met moeite zijn brood verdienen kon! Dit geld is niet verdiend, maar zeker gestolen of geroofd. Wat zullen wij er mee doen?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek