Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 mei 2025
Weer leg ik vork en mes neer, kom buiten, zeg aan den man, die op de banden duwt: Er zit door iederen band een spijker; daar onder in den bak zijn nieuwe binnenbanden. Een gegrinnik, geen antwoord, maar druk lach-gepraat met de twee andere vlegels, in een onverstaanbare taal. Als ik in de eetzaal terug kom is mijn bord met roastbeef en groenten opgeruimd.
Z'n stem te hooren was hem ergernis genoeg.... 't Was bijna half vier. De warmte en de bloemenlucht benauwden. Ook Annie kreeg er hinder van, bemerkte Paul. Toen begon het wee gedraai van al die menschen met hun opschik, hun laf gegrinnik en banaal gefeliciteer hem sterk te ergeren, stond hij driftig in zich-zelf vloekend, te wenschen dat het nu maar uit zou zijn.
Het meisje was weg en ik dacht dat hij ook weg was, want ik hoorde niets meer, en begon hardop een werkwoord op te zeggen, waarbij ik als een dwaas heen en weer zat te wiegelen, toen een zacht gegrinnik mij deed schrikken, en daar stond Herr Bhaer bedaard te kijken en te lachen, terwijl hij Tina wenkte hem niet te verraden. "Zoo," zei hij, terwijl ik ophield en hem als een gans aanstaarde.
De stem van het wijfje is een eigenaardig gegrinnik, dat het best vergeleken kan worden met "wik wik". De Koekoek wordt dikwijls als zeer twistziek afgeschilderd.
En die stille vroolijkheid ging eindelijk in luid gegrinnik over. Die onbeschoftheid ergerde mij. Ga naar de schuur, en span het paard voor den wagen, beval ik Janik. Laad uw goed op, wij vertrekken al gauw. Zal ik onze paarden voorbrengen? vroeg nu Halef. Nog niet. Maar ga nog eens naar den toren.
Hij vernam geen geluid, behalve het gefluister van heeren, die dames courtiseerden; het zachte lagchen van meisjes, die elkander op ridicule toiletten opmerkzaam maakten; het eenigszins luider spreken om attentie te trekken, van mama's, die misschien wat heel veel dochters hadden; en het gegrinnik van oude zondaars, die eene nieuwe beauté zagen, aan welke zij den vereerenden naam van "een lekker boutje" gaven.
Verdwenen was de archivaris en Anselmus zag slechts een forschen struik gloeiende vuurlelies voor zich. Door dit gezicht en door de zoete geuren van den toovertuin bedwelmd, bleef Anselmus aan de plaats gebonden staan. Toen begon alom een zacht gegrinnik en gelach en fijne stemmetjes plaagden en spotten: Ha, Mijnheer de student, Mijnheer de student! Waar komt u toch vandaan?
Het is zijn loktoon en zijn minnelied; toorn en kwaadaardigheid toont hij door een woedend gegrinnik en een luid klinkend gekrijsch, die gepaard kunnen gaan met een hevig geblaas en een door het snel sluiten van den snavel veroorzaakt, knappend geluid. In den paartijd hoort men alle zooeven genoemde geluiden soms achtereenvolgens en dooreengemengd.
Snepvangers had maar gaarne geweten wanneer overbuur opstond; hij deed heimelijk zijn best om eens voor hem te zijn, doch steeds lag de vent, die hem mogelijk doorzag, reeds rustig te rooken en groette hem met een welwillend gegrinnik. Hij slaapt niet, oordeelde Snepvangers, er zijn menschen die niet slapen kunnen omdat zij wat op den lever hebben.
Het is bijna achttien jaar geleden, dat ik hem ontmoette. En hij is niet veel veranderd. Ik wel, voegde zij er bij met een ellendig gegrinnik. Zweer je het? Ik zweer het, kwam er als met een heesche echo over haar lippen. Maar verraad me niet aan hem, smeekte ze. Ik ben bang voor hem. Geef me wat geld voor mijn nachtlogies.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek