Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juli 2025
Hij was welgebouwd, ofschoon nog al klein, had zeer goede manieren en was geestig; het eerste gedeelte zijns levens was geheel en al aan de wereld en haar vermakelijkheden gewijd. Daar brak de revolutie uit, de eene gewichtige gebeurtenis stapelde zich op de andere, de familiën der parlementsleden vernederd, verjaagd en verguisd, spatten uiteen.
De schoonheid is hier niet alleen aanwezig als schoon van treffende bespiegeling, zij is het ook en hier gemoeten wij de eigenlijke kunst-schoonheid als zekere levendigheid van den geest, die er, op bijzondere wijze, in geslaagd is, de begrippen dier treffende bespiegeling te vertastbaren en aanschouwelijk te maken. Op bijzondere wijze: louter, door contrasteering; door bij middel van het bewegelijke der beschrijving des te feller het aan-beweging-vijandige van het beschrevene te doen gevoelen, en door de levendigheid der beelding de doodschheid van het gebeelde. Deze beschrijvingsmethode is ongetwijfeld niet die van bijv. den objectieven naturalist, want onvermijdelijk dringt zij den auteur-zelf min of meer op het tooneel zijner schepping, en in plaats dat de lezer, gelijk in naturalistisch werk, slechts de dingen-zelf, zooals zij door den kunstenaar werden gezien, te aanschouwen krijgt, worden hem hier, in de allereerste plaats, de overwegingen getoond, die door de dingen in den auteursgeest werden gaande gemaakt, en als 't ware door die overwegingen heen aanschouwt hij pas de dingen-zelf. Het valt niet zoo makkelijk te zeggen als het lijkt, welke van de twee richtingen de voorkeur verdient de "objectieve" of de binnen-zekere-grenzen-subjectieve. Dat de laatste vooral door het knoeiwerk van tallooze beunhazen in onverdiend discrediet is gebracht, en men mede daardoor [p.215] de, nog wel verkeerd want al te volstrekt opgevatte, "objectiviteits"-leer der naturalisten ten onrechte als de alleen-zaligmakende heeft aanvaard, lijkt mij onbetwistbaar, al moet men toegeven, dat de meer subjectieve beschrijvingsmethode zooals ook een London ze, naar zijn aard gevariëerd, toepast uiteraard en dus ook in haar allerbeste applicaties, hare nadeelen heeft. Als de voornaamste daarvan kan men noemen: 1° de geringere sterkte van sommige in den lezer gewekte stemmingsaandoeningen, die door het aanschouwen der louter in en met hun eigen atmosfeer gebeelde dingen veel eerder ontstaan en stoorloozer zich ontwikkelen en beklijven dan door het zien dier dingen, wanneer zij door de min of meer stormige luchten van eens schrijvers geestig of gevoelig spreken staan ombuid. 2° De onvermijdelijke splitsing van 's lezers aandacht. Heen en weer geslingerd tusschen het aanschouwen der dingen en het aanhooren van den auteur, wordt hij een onrust gewaar, die hij weliswaar, mits zijn temperament hem daartoe in staat stelt, eerder prikkelend en amusant dan vervelend zal vinden, maar die hij toch, al naar mate zijn geest evenwichtiger is een deugd! wel degelijk ten slotte als onrust, d.i. iets onaangenaams zal voelen. Maar aan den anderen kant: de niet geringe voordeelen zijn allicht: een geestig kunstenaar te hooren tegelijkertijd beeldend- èn bespiegelend-spreken en vooral: als 't ware den schepper in zijn werkplaats te zien. Vast staat in elk geval, dat de Engelsche Grootmeester Charles Dickens met deze subjectief-realistische methode, wonderen van kunst-heerlijkheid heeft gewrocht. En al reikt London ongetwijfeld niet tot diens knieën, het valt op, dat de Amerikaan zijn rasverwantschap zoowel met den grooten Engelschen romancier als met andere Engelsche schrijvers toont in het bezit van die soort specifiek-Engelsche geestigheid, die men wellicht als een mengsel van "drogen" èn gevoeligen humor zou kunnen kenschetsen, waaraan zich dan helaas soms bij eenige auteurs een min of meer blufferige gewikstheid paart, die voor een groot deel niets anders dan het grove prat-gaan is op diezelfde koele zelfbeheersching, welke, in zuiveren staat, wellicht het meest sympathieke bestanddeel van den Britschen humor [p.216] vormt. Dìckens h
De diplomaat wist nu niet, waarmede hij zou beginnen. "Men zegt, dat het moeielijk is grappig en geestig te zijn zonder stekelig te worden," zoo begon hij lachend. "Maar ik wil het toch beproeven. Geef u mij dan een thema. Het thema is de hoofdzaak. Is dit aangegeven, dan gaat het van zelf.
Het geestig beeldwerk boven de poort van 't Tuchthuis werd onder een houten kast verstopt, en deze met een lauwerkrans versierd.
Hiervan waren sommige heel geestig gesteld en brachten veel vroolijkheid teweeg. Dit adres, dat te lang is hier in z'n geheel te worden vermeld, gaf niet alleen den waren geest weder, die de mannen en vrouwen hier bezielt maar sprak meteen van de hooge gevoelens van liefde, eerbied en achting voor de groote mannen van Zuid-Afrika en bovenal voor generaal Hertzog.
Hier durf ik gerust bij te zetten, ferm gedaan, goed van factuur, frisch van toon. 't Zelfde zou ik kunnen schrijven van Mevrouw Ronner, die een stuk of wat poesjes heeft geschilderd zoo aardig dat ik er bijna niet van daan kon komen. Maeceen zegt dat ik hierbij de woorden geestig, juist van teekening en goede techniek moet zetten.
De grootste blijspeldichter was Aristophanes, die iets later leefde dan die drie treurspeldichters. Hij hield er van, den spot te drijven met zijn medeburgers, en zijn spot was zóó snijdend en geestig, dat de Atheners zich er tegen wil en dank mede vermaakten.
In de 18e eeuw is Erasmus geestig nagevolgd door Mandeville, wiens bije-fabel een vermomde Lof der Ondeugd in de maatschappij; door Holberg, wiens onderaardsche reis van Klaas Klim vaak een Lof der Ligtzinnigheid in den Staat is. Doch niemand heeft een geheel zamengesteld, dat in zoo hooge mate, evenals de schrijver zelf, het karakter van een natuurprodukt bezit.
Gaat er, per ongeluk, nog ergens een vogel op uit een boom, dadelijk is 't pan! pan! pan! uit twee of drie geweren te gelijk, zoodat het slachtoffer zelden ontsnapt. Doch meestal vinden zij zelfs niet de minste musch meer om nog op te schieten. Meestal is hun jagen, zooals Daudet het zoo geestig in zijn Tartarin beschreven heeft.
De heele klasse d. w. z. zij, die wiskunde leeren konden , amuseerde zich kostelijk. De onderdirecteur was onweerstaanbaar geestig, als hij de "sprakeloozen" een beurt gaf. Zóó noemde hij hen, die geen wiskunde konden leeren. Alleen Abraham zat zich te ergeren, omdat het zijn vriend gold, maar ook omdat Marius zoo'n stoffel was; soms moest hij wel meêlachen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek