Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juni 2025
Ja, hij zou 't haar zeggen, maar nu niet, een anderen keer; zij lag nu zoo rustig. Eindelijk was 't tijd om weg te gaan. 's Avonds zouden zij nog eens terug komen. En zij kwamen 's avonds terug. Maar toen was de zieke te moe om iets te zeggen. Ze gingen maar stilletjes heen. Den volgenden morgen zouden ze heel vroeg terug komen. Maar in dien nacht stierf Geertje, nog geheel onverwacht.
Maar ik zit zelf heel sterk in "Geertje".... Hij stond weer vlak voor mij en maakte met zijn handpalmen die eigenaardige grijpbewegingen....
Bij de droefheid, welke Geertje vervulde, was het alsof een adder haar in den boezem stak, toen in het late avonduur, de deur van het doodsvertrek werd geopend, en een man in wien zij terstond haar beleediger van nu tien jaar geleden, Willems verderfelijken voogd Van Meerle herkende op den arm van een soldaat geleund, binnenstrompelde.
Moeder Geertje had er weinig voldoening van dat ze reeds den zevenden dag na de groote gebeurtenis, met haar zoontje op den arm door 't dorp liep, want zij ontmoette er niet één bekende, en de molenaar, die haar even buiten het dorp voorbijreed, riep simpel: "Dag vrouw Willems!"
Zij noemde den rijken man arm, omdat hij de vrouw miste, die hij zoo innig had lief gehad; zij noemde hem arm, niet vermoedende dat, nauw vier jaren na den zaligen trouwdag, ook zij arm zou wezen: arm! nog armer dan de vader van haar voedsterzoon; want Geertje zou weduwe worden; den man dien zij als haar leven beminde, haar steun en kostwinner zou ze verliezen.
Gods zegen ontbrak aan moeder Geertje niet; en ofschoon ze haar Helper dankte, toch was ze trotsch, dat ze haar eigen kind tegelijk met den jongenheer van "Land-heil," een heel eind over 't jaar had heengebracht.
Met dit laatste zinnetje wordt dit alles plotseling anders: De schrijver laat ons niet door zijn oogen Geertje zien om 't zoo slordig-weg uit te drukken maar door die van de grootmoeder, en om dit te kunnen doen plaats hebben, worden we plotseling met een ruk achteruitgetrokken een ruk, dien ik, bij de eerste lezing werkelijk gevoelde! : we bevinden ons met grootvader en Geertje reeds op weg naar het station, we hebben het meestershuisje en grootmoe achter ons gelaten en nu worden we plotseling daarheen weer verplaatst.
Vergete!?! Een verwijt dat een triumf is. In hem zinkt iets nog dieper weg, maar er stijgt een ontroering van geestdrift, die hoog boven het and're gevoel gaat. Dat wat dieper in hem wegzinkt, ge begrijpt het, is zijn liefde. Hij voelt, dat zij nooit iets voor hem kan zijn. Vandaar, ìn zijn leed, zijn geestdrift voor de prachtige liefde en persoonlijkheid van Geertje!
Hij en Jenneke hadden haar al eens bezocht. Ze lag op een groote zaal. Mensch, mensch, wat 'n zieken bij elkaar! Zoo iets had hij nog van zijn leven niet gezien! Hij had Geertje eerst heelemaal niet kunnen vinden, maar een zuster, een vriendelijk schepseltje, dat was niet anders te zeggen had hem den weg gewezen: op één na de laatste krib rechts. En daar lag ze.
Hij had vertrouwen in hem gekregen en vroeg: »zou je denken, dominee, dat Geertje gelukkig was?« »Boesveld,« antwoordde deze, »gelooft u niet, dat, wie zich naar 't licht toekeert, een kind des lichts is?« Daar had Jaap al weer niks tegen in te brengen. Hij keek den dominee vol aan, gaf hem de hand en zeide nog eens: »ik dank u.« Toen keerde hij zich om, en ging met Jenneke de zaal af
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek