Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 mei 2025
"Geert! ik bid u, en smeek u! doe uw best en maak dat ik den gevangene spreke!" "Zet dat uit het hoofd, Jonker! Er staan schildwachten voor de deur van het hok met vuurroers op schouder, en Bouke heeft, hoor ik, last gekregen van Mijnheer, om niemand bij den schelm toe te laten, 't geen ook niet gemakkelijk gaan zou, al wilde hij, want Mijnheer heeft den sleutel in den zak."
"Naar wie? hij heeft twee uren lang in een hoekje van de keuken zitten flikvlooien met de oude Geert." "Zijt gij dol, Bouke! Of verkoopt ge flausen? Wat zou hij aan die oude totebel verteld hebben?"
"Zoo!" zeide Bouke: "nogal fijn van jou bedacht: weet je wel, Geert! dat het erg met jou staat! dat was weer een Menist antwoord! Geert! Geert! doch verder!" "Toen zei hij: ja maar dat zoontje is immers dood, daar je van spreekt?" "Welnu," hernam Bouke: "al had je nu eens neen gezeid, een leugen om bestwil is geen zonde."
Een gierigaard b. v., tuk op een gering muntstuk, kreeg al licht in scherts den bynaam van Geert Grijp-den-duit, en die oorspronkelike scheldnaam is nog heden, in form een weinig versleten, als de geslachtsnaam Grijptenduit in gebruik.
God vergeve het mij! maar ik bezondigde mij en beoordeelde Mijnheer al vrij lichtvaardig.... nu, het verheugt mij toch, dat de Jonker de oude Geert nog niet vergeten heeft. Wat verlang ik hem weder te zien!.... Doch vindt gij niet, Freule! dat Magdaleentje lang uitblijft!" "Mij dunkt, ik hoor haar komen," zeide Ulrica: "mijn hemel! wat is er gebeurd?"
Geplaagd om zijn flamingantisme en gevaarlijk patriotisme, wordt hem het leven nog onaangenamer gemaakt. Ontmoedigd, ontzenuwd en verlangend naar rust biedt hij zich bij van Geert als knecht aan, en werkt er in den tuin en 's avonds aan het maken van naambordjes. Hij studeert na den arbeid botanica en tracht overigens alle hooger streven te vergeten.
"Ja! ja:" zuchtte Geert: "ik zal wel zwijgen, maar, om ook eens spreekwoorden te gebruiken, het einde zal den last dragen en de laatste loodjes wegen 't zwaarst." Een hoofdtrek in Joans karakter was, al van zijn kindsheid af; een hevige afkeer van alle onrechtvaardigheid geweest.
Jaaije lusterde met de oogen en ooren, toe 'k van de hoesholdinge en de kinders van Hindriks zwaoger an de praot was en vertelde wa'k al zoo met de vrouw eköstert hadde. Hindrik had de mond lös en daor luep mangs een traon in. Dat stund mij an van Hindrik. Die niet van zien fermilie hold is mij weinig weerd. Geert kwamp in slaop met de allosiekette in de haand.
Geert wendde zich toen tot den Raad met verzoek haar in beide opzichten tot rede te willen brengen, onder overlegging van een rechtsgeleerd advies, waarin uit bijbelsch en kanoniek recht werd betoogd, dat zij tot samenwoning verplicht was. Maar dit was niet de gewone opvatting.
"Jijzes, Pijter," zee Geert, "wat bist doe 'n kerel. Kiek, as mie 't overkomen was, ik was vot nao 't veurenne vlogen en har de boer roupen." "Ja, zoo geit 't jong, as m' de boudel nich underzöcht. 'n Smid oet Wedde vertelde mie ijs, dat he 's aovends van de Pekel komen was langs 'n binnenpad over de heide. Op ijns heurd he daor veur zuk wat stemmen en daor kiekt hum twij gleude oogen aan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek