Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 mei 2025
Zij vermocht niet te zeggen 'vaarwel! maar haar gelaat zeide dat en hij verstond het: "Mijn lieve, lieve Kutik!" zei ze en noemde hem bij den lievelingsnaam, dien ze hem als klein kind gegeven had: "Zult ge mij niet vergeten? Gij...." Zij kon niet verder.
De honden likken zijn handen, wagenwijd open vloog de poort. Mij dunkt dat Dagdrager er is." Goudvreugde stond op en zeide: "Aan de galg zullen gulzige gieren uitpikken beide uw oogen, als ge het liegt, dat de lang verwachte mijn zaal bezoekt." Toen ging zij naar buiten en vroeg aan den vreemde: "Vanwaar zijt ge gekomen? Langs welken weg? Hoe noemt men u bij de uwen?
Niet an denke.... En ziet ge weer het gevaarlijke medelijden in Geertje? Ze komt thuis en moét even rusten, maar k
Ik zal me zonder verzuim over de bergen terugtrekken, met degenen die me willen volgen, hetzij zij velen of weinigen zijn." Na het wisselen van de morgengroet richtte hij de vraag tot Cilliers: »Verkiest oom Sarel dat wij in de tent zullen gaan, of kunnen we hier spreken? Mij schijnt het dat ge mij iets mee te delen hebt."
Wat mij aangaat, het is nooit zonder een gevoel van bewondering, maar ook van geheimen onwederstaanbaren afschuw, dat ik de bewegingen, nu verblindend snel, dan tergend langzaam, de slingeringen en wendingen van deze reusachtige werktuigen aanzie: hier, die in vliegende vaart rondwentelende raderen, wier tanden in elkander grijpen; elders die als in stomme wanhoop op en neer gaande zuigers; ginds die monsterachtige hamers, in staat om rotsen te pletter te slaan en toch soms zoo onmerkbaar, zoo huiveringwekkend zacht nederkomende, dat ge uw vinger op het aambeeld zoudt kunnen leggen zonder schade te ondervinden; al dat gedraai, gewoel en gewemel, dat u den indruk geeft van een levend wezen, van een of ander voorwereldlijk gedrocht, dat overal, naast u, achter u, voor uwe voeten, hoog boven uw hoofd, zijne tallooze armen en voelhorens en wonderlijke organen uitstrekt en in beweging brengt; met een gesnuif, als van eene benauwde ademhaling, met een verdoovend gesis en gefluit en gegons, met snijdende kreten als van een gemartelde op de pijnbank.
Maar zeg mij nu eens, hoe maakt ge het toch, als ge met ruw weer op het water zijt? Ge kwaamt gisteren over de Zuiderzee en daar kan het ook soms ongemakkelijk spoken. Mij dunkt, dan moet al die rommel hier in de kajuit als een knippelspel door elkander raken."
Verdeeke! wa zijn da veur menieren, al da totten geven!" bromde halfluid en verontwaardigd Cordúla, toen zij in de keuken, bij de drie geschokte oude vrijers terugkwam. "'t Es lijk of 't hier een slecht huis woare!" Ha moar, da es Fransche mode, zuster, ge 'n meugt da nie kwoalijk nemen," gichelde Standje nog gansch verrukt en geprikkeld.
Haar verstoot of verlaat gij, hoe ge 't noemen wilt, niet omdat zij ontrouw werd jegens u, maar omdat gijzelf u te schamen hebt gehad tegenover haar. Gij straft dus niet uzelf, maar juist haar in de eerste plaats. Noemt gij zoo iets pligt of deugd?
Neen, lezer, nu in gemoede, en dat zult ge toch met mij eens zijn: daar kan een Amsterdamsche jongen van hatjememaar niet bij. Die bedrinkt zich, en zingt van: »asse me de rotzooi gaan verláaate!« of »gaif me me burregerpet terug!«
Wel neen! die genoeg bezit, kan men, dunkt mij, niet arm noemen; wij bezitten overvloed van alles, wat tot het leven noodig is. Weet ge niet, wat JUVENALIS, aan 't einde van zijn XIV. Schimpdicht, hier over zegt: zoo 't mogt gebeuren, dat mij iemand vroeg: Hoe veel is 'er dan tot leeven genoeg?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek