Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 mei 2025
"Wees van middag mijn gast," zeide Anna vastberaden, terwijl zij zich ergerde over haar verlegenheid, want zij bloosde als gewoonlijk, wanneer ze in het bijzijn van een vreemde op haar tegenwoordigen toestand moest zinspelen. "Het eten is hier wel is waar niet bizonder goed, maar gij beiden kunt dan ten minste hij elkander blijven. Alexei houdt van niemand zijner kameraden zooveel als van u."
»Gij maakt mij bang," riep Barine uit. »Van de kirrende duif die ons huis binnenvloog, maakt gij een vreeselijken grijpvogel." »Daar moogt gij hem gerust voor houden," was het ernstig antwoord. »Gij zult mij een welkome gast zijn Barine, want reeds toen gij nog een kind waart, hield ik van u, en gij zijt de dochter van mijn besten vriend.
Columbus ontving zijn gast met groote vriendelijkheid, in de hoop daardoor een aangenaam verkeer met den volksstam te bewerken.
Het uiterlijk voorkomen van dit residentiehuis was opvallend beter verzorgd; maar de engelsche resident was er al vier jaren, en de fransche nog slechts een half jaar. De heer Morton King bood mij eveneens gastvrijheid aan, maar als gast van den heer Colonna kon ik die niet aannemen, en eerst later heb ik veel steun en raad van Mr. King gekregen, waarvoor ik hem altijd dankbaar zal blijven.
De feiten, die tegen de houdbaarheid eener dergelijke veronderstelling schijnen te spreken, zijn 1e dat de schoone vrouw van Heer Bernlak slechts voorwendt haren gast lief te hebben en 2e dat Walewein de beproeving van den bijlslag eerst ondergaat, nadat de dame hem hare liefde heeft aangeboden.
"Mijnheer van Botbergen!" zeide Reede, die al dien tijd had zitten stampvoeten en op zijn mouwen bijten van kwaadheid: "ik kon voor den goeden Bouke geen partij kiezen tegen iemand, dien ik op mijn eigen slot als gast ontvang; maar bij mijn zaligheid! zoo UEd. elders dan op het huis te Sonheuvel in mijn bijzijn kwaad had gesproken van mijn goeden Joan, ik had u mijn roemer op 't aangezicht aan stukken geslagen!"
Ieder zag den ongeroepen gast met verbazing, sommigen met toorn, anderen met verachting, velen met een bedenkelijk hoofdschudden aan; doch niemand week van zijn plaats en elk wachtte af, wat de uitslag van dit tooneel zou zijn.
Ik heb 't beloofd, zoo gij mij niet wilt ontvangen, dat ik heen zal gaan." "Neen, vriend," glimlachte de ridder, "ik ontzeg u mijn huis niet. Gij zijt mijn gast." Welgemoed bespraken zij vele dingen, zij dronken wijn en aten gekruide spijzen, al pratende. Eindelijk vroeg de kamerheer den knaap: "Hoe zijt gij ten hove gekomen? Sloeg men u alreeds tot ridder?" O! de arme, domme Ferguut!
Nu ja, viel ik hem in de rede, maar gij zelf hebt vette hamels. Zoek er twee uit en zorg dat ook wij een flink avondeten krijgen. Gij zult er over tevreden zijn. Ik zal voor u zorgen, alsof de Khalif zelf bij mij te gast was! Hij spoedde zich weg. Nu is hij in zijn schik! zei Osko en lachte hartelijk. Ja, maar die blijheid bevalt mij minder.
U hebt gezegd, dat u zooveel van aardbeien hield; ik heb deze meisjes naar het bosch gestuurd, en ze hebben haar plicht zoozeer vergeten, dat ze in het dorp zijn gaan dansen." Het was dus uit goedheid, tengevolge van haar beleefdheid voor den gast, dat zij haar tachtig bedienden liet geeselen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek