Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 mei 2025


Galehot heeft wèl recht! Ik, zeide modestelijk Hestor; heb alleen en zonder bijstand tien keytieve ridderen den een na den ander in den zande doen bijten, eenige geschaakte damoselen bevrijd maar een draak en heb ik nie vernomen! Een drake is met één prikke te pointe in zijn buik al doodelijk gewond, kleineerde Galehot.

En de zes anderen zijn Amoreuse-Garde belegeren gaan... En Galehot vertelde alles en meldde ook Lancelot nu, hoe Mordret en Didoneel verslagen werden toen Gawein Alliene, die was Amadijs, verloste. Ja, ik! riep Gawein, met gesloten oogen, van de Kar. Ik, ik versloeg de feloenen, die met ons mede waagden aan te zitten aan Tafel-Ronde! En hij lag weêr stil.

Om mij zie ik armen Gawein; gij, Lancelot; gij, Galehot en ginds dwaalt Gwinebant, de schoone knape, met mijne Ysabele in jeugendlijke sprake langs de zonnebloemen; die vertellen malkander zekerlijk van hunne droomen... Nu, dat zijn vier uwer, waar zijn dan de acht anderen, zeg? Didoneel en Mordret lijden pijnen in Vagevure, glimlachte gracielijk Galehot; als Amadijs melden kwam.

Zij zetten zich allen ter neêr, de machtige beenen wijd, met nu en dan nog eens een geeuw. Bi caritate, het wordt wel van groote noye tot Camelot! meende Galehot en gaapte: tien jaar geleden had hij drie draken verslagen en twee jonkvrouwen bevrijd uit betooverde kasteelen, maar als hij niet gaapte, glimlachte hij steeds gracielijk als men van de jonkvrouwen en draken sprak.

Of dat konde gaan aardbeven en tempeesten daarbij als het monster uit zijn spelonk kwam, beweerde ontstemd Mordret: Mordret en Didoneel, die wel draken hadden bekampt maar nooit ééne damosele bevrijd, vonden het voor hunne twijfelachtige glorieuzigheid niet aangenaam, dat Galehot zijn eigen heldendaden zoo verkleineerde.... Maar Galehot bleef de schouders halen.

En Bohort riep: Ik bid Gode om zijne genade, wellieve Galehot!! Draken heb ik verslagen, ik en weet niet meer hoe vele, maar vaar heb ik, trots mijn ridderschap, voor deze duivelsche gloeilampen; hoe hebt gij ze op doen glanzen?? Zoo ende niet anders! riep Galehot en deed wederom een lamp aan den wand opstralen, die juist de seneschalk had gebluscht en hij lachte, de ridder Galehot.

Bij den rijken God van Hemelrijk! Zij wilden den dwerg te lijf en hem als een worm vertrappen. Maar Lancelot, Galehot stortten toe, zelfs Gwinebant verliet Ysabele, om den dwerg te ontzetten. Ridderlijke daad zoû het niet zijn een dwerg te verdelgen en daarbij, zoo hij verdelgd ware, wie wist van de Karre en hare enghiene, zoo de voerder daar niet en ware?

Smacht gij, Galehot, naar uw vierden drake? vroeg Gwinebant, jongste en schoonste van allen, neef der koninginne en zoo blond als zij: hij had, heél jong nog, achttien jaren, met Sagremort en Acglovael Lancelot eens verlost uit het Dal van den Dollen Dans, waar wie was binnen gedanst, bleef dansen tot hij dood viel. Neen ik! zeide Galehot. Bij Sint Jan, dat niet, Gwinebant.

Maar de aannaderende ruiters waren de wending van den weg omgeslagen en, in zicht van Gawein, herkende deze, twee aan twee naast malkanderen rijdende, de negen ridderen van Tafel-Ronde: Lancelot, Gwinebant, Galehot, en Sagremort en tevens Hestor en Meleagant, Acglovael, Ywein en Bohort!

Wij telden niet meer dan twintig vroegzomeren, toen wij die aventuren volbrachten en groot jolijt dreven wen wij er een ridderlijk meende te hebben doorgemaakt maar eigenlijk was het mallen.... Met onszelven, viel Galehot in. En van alle mijne wonden, ging Bohort voort; heb ik zelfs geen lijkteeken over omdat ik in den Yvoren Bedde werd verpleegd, waar alle wonden in één nacht genezen.

Woord Van De Dag

kiest

Anderen Op Zoek